Tekst A. Steenpoorte beeld Hanno de Vries

Dat er vrijwillige brandweer bestaat, dat weet iedereen. Maar dat er ook vrijwillige politie is, dat weten maar weinig mensen. Toch bestaat de vrijwillige politie dit jaar – net als de GezinsGids – al vijfenzeventig jaar. Wat houdt het in om politievrijwilliger te zijn? En wat maken ze mee? Johan van Dijk (55) is één van de ruim 2600 vrijwilligers. „De GezinsGids en de vrijwillige politie hebben één zaak gemeenschappelijk: ze willen allebei dienstbaar en waakzaam zijn.”

Het is onrustig in 1948. Er is oorlogsdreiging en ook politiek broeit het. De regering besluit om versterking voor de politie te organiseren en richt de reservepolitie op. De oorlogsdreiging viel met de jaren weg, maar de reservepolitie bestaat nog steeds. Al heet het tegenwoordig anders. Politievrijwilliger Johan van Dijk: „Met de inwerkingtreding van de Politiewet van 1993 werd de reservepolitie vrijwillige politie. Voor 1993 waren de reservisten primair inzetbaar in buitengewone omstandigheden, zoals rampen. De vrijwillige politie van nu is in vrijwel alle omstandigheden inzetbaar. De vrijwillige politie is een aanvulling op de reguliere politie. De vrijwillige ‘ambtenaren van politie’ – zoals ze officieel heten – zijn ook in de huidige Politiewet van 2012 opgenomen.” De vrijwillige politie bestaat al 75 jaar. Toch is
ze vrij onbekend. Zeker als je het vergelijkt met bijvoorbeeld de vrijwillige brandweer. Hoe zou dat
komen? „Dat de vrijwillige brandweer bij veel mensen bekend is, zal ongetwijfeld te maken hebben met het feit dat ongeveer tachtig procent van het brandweerpersoneel vrijwilliger is. Dat is bij de Nationale Politie in Nederland niet het geval. Het streven is vanaf 1994 geweest om te zorgen dat ongeveer tien procent van het politiepersoneel vrijwilliger is. Ik heb nu niet de exacte gegevens voorhanden, maar daar zitten we volgens mij nog ver vandaan.”

Hoofagent

Johan van Dijk is als vrijwilliger in vaste dienst bij de politie-eenheid Rotterdam in de functie van hoofdagent in het basisteam IJsselland. „Ik begon In januari 1996 in de rang van surveillant. Daarna werd ik bevorderd tot agent en vervolgens dus tot hoofdagent. Het betekent dat ik volledig bewapend ben. Naast de uitschuifbare wapenstok en de pepperspray draag ik ook een stroomstootwapen en een vuurwapen. Tot 2013 was ik ingedeeld bij de wijkzorg. Vanaf 2014 ben ik werkzaam bij de noodhulp. We handelen samen met beroepscollega’s 112-meldingen af, zoals ongevallen, inbraken en hulpverleningsverzoeken. De samenwerking met beroepsagenten ervaar ik als heel fijn. We zijn één team. Dat voel je, dat merk je. In ons basisteam zijn naast mij nog vijf vrijwillige (hoofd)agenten actief.
Ik werk gemiddeld één dag in de week bij de politie. Dat is altijd in het weekend. Ik ben meestal ingedeeld op de vrijdagavond en -nacht. Daarnaast werk ik soms in de zomervakantie extra. De laatste jaren werk ik één week op de Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden als extra ondersteuning. Er is daar extra toezicht nodig vanwege de vele vakantiegasten. Mijn gezin gaat mee. Die zijn dan in de buurt op een vakantieverblijf.”


U hebt een drukke baan en in het begin een jong gezin. Hoe ben je ertoe gekomen om daarnaast nog
dit vrijwilligerswerk te gaan doen?

„Tijdens mijn stage op de pabo had ik kennisgemaakt met de ‘sterke arm’ in de Maasstad. Een week lang liep ik mee met het personeel van het toenmalige politiebureau Boezemsingel in Rotterdam. Dat maakte diepe indruk op me.

Door studie, loopbaan en gezin raakte dat weer op de achtergrond, totdat ik in 1994 een paginagrote advertentie in een streekblad zag: de toenmalige politie Rotterdam-Rijnmond zocht vrijwilligers. Ik heb gesolliciteerd, de sollicitatieprocedure doorlopen en vervolgens in de avonduren en op de zaterdagen de politieopleiding gedaan. Je moet als ambtenaar van de vrijwillige politie ‘aangesteld zijn voor de uitvoering van de politietaak’ en aan dezelfde eisen voldoen als het beroepspersoneel. Net als de reguliere collega’s volgen ook wij vier keer per jaar de verplichte Integrale Beroepsvaardigheid
Training (IBT). Zo blijven je kennis en vaardigheden op peil. We moeten dezelfde toetsen en oefeningen doen als de beroepscollega’s.”


Maar wel in uw vrije tijd. Hebt u ook nog tijd voor andere dingen?
„Op de gewone werkdagen ben ik met de school en met schoolzaken bezig. En ik geef toe: dat is druk. Je
bent vaak in de avonduren nog aan het werk. Het politiewerk gebeurt vooral op de vrijdagavond en -nacht. Dat kan ik alleen doen omdat mijn vrouw en mijn gezin mij altijd gesteund hebben. We hebben zes kinderen gekregen, van wie er ondertussen twee getrouwd zijn. Daarnaast zijn we de trotse oma en opa van zes kleinkinderen. Tegelijk heeft de Heere mij gezondheid en kracht gegeven om dit te combineren. En gelukkig heb ik ook nog tijd om op visite te gaan, een boek te lezen, te wandelen. Het voordeel van het onderwijs is dat we regelmatig vakantie hebben. Daar geniet ik dan ook dubbel van. Daarnaast is het werk bij de politie ook een soort in spanning waardoor ik me kan ontspannen.”


U zult vast weleens heftige dingen meemaken.
„Net als de reguliere collega’s maak je van alles mee. Bijvoorbeeld aan een dodelijke steekpartij in Capelle aan den IJssel – jaren geleden – waarbij een jonge man omkwam. Er waren ook verschillende ernstige ongelukken in Rotterdam en directe omgeving waarbij jonge mensen of mensen in de kracht van het leven omkwamen. Tegelijk heeft dit heftige werk ook een mooie kant. Je kunt mensen op het moment dat ze geconfronteerd worden met een heftig incident helpen. Ze ondersteunen. Naast ze staan. Een luisterend oor bieden. Dat geeft veel voldoening. En boeven vangen blijft ook een mooie zaak.
Er zijn mooie, humoristische momenten. Ooit kwam ik in de nacht bij een snackbar. Daar zou ingebroken
worden volgens een melder. Toen ik naar de snackbar liep, zag ik dat de ruit van de deur aan de onderzijde eruit lag. Het glas lag binnen. Tot mijn verbazing zag ik een jongeman door het
gat in die kapotte ruit kruipen. Zodra hij mij in het oog kreeg, zei hij: ‘Ik zag een kapotte ruit en dacht: misschien wordt hier ingebroken. Laat ik maar eens binnen gaan kijken’. Toen we hem fouilleerden, kwam er wisselgeld uit de kassa te voorschijn. Hij wist niet meer hoe dat nu precies in zijn zak terecht was gekomen…”


Doordeweeks werkt u in een reformatorische omgeving, als politievrijwilliger zie je veel van wat
er in de wereld omgaat. Hoe ervaar je dat?

„Je leeft als christen op een reformatorische school in een beschermde wereld. Dat geldt ook voor mij.
Ik heb op de Rehobothschool in Rotterdam gezeten. Vervolgens kwam ik terecht op het reformatorisch
voortgezet onderwijs en daarna volgde ik de pabo op de Driestar in Gouda. Een beschermde reformatorische wereld. Daar ben ik zeker dankbaar voor. Laten we waarderen wat we hebben! Laten we dit pand getrouw bewaren. Tegelijk sta je als politievrijwilliger in de grote stad Rotterdam ook midden in de rauwe wereld. Ik heb bij het Feijenoordstadion gestaan. Een paar weken geleden liep ik in de avonduren met een kogelvrij vest door de donkere straten van Rotterdam-Zuid achter een dader aan die zojuist zijn echtgenote toegetakeld had en die mogelijk een vuurwapen bij zich
droeg. Dan sta je midden in de werkelijkheid. Dat is een andere wereld. En toch… Laten we de wereld niet buiten ons zoeken. Die rauwe wereld zit in ons hart. We hoeven niet boven de wereld om ons heen te gaan staan. Zelf ervaar ik het positief om als christen niet alleen in een beschermde wereld te leven, maar ook van betekenis te zijn in de wereld om ons heen. Natuurlijk is het schakelen tussen twee werkkringen,
maar zowel op ‘De Olijfboom’ als bij de politie word ik omringd door een fijn team van collega’s.”

Zowel de GezinsGids als de politievrijwilligersvieren dit jaar hun 75-jarige jubileum. Wat zou u
beide ‘jubilarissen’ mee willen geven?

„In de eerste plaats wil ik de GezinsGids van harte feliciteren met dit jubileum. 75 jaar is een hele leeftijd!
De GezinsGids en de vrijwillige politie zijn twee heel verschillende organen. Eén zaak hebben ze gemeenschappelijk: beide organen willen dienstbaar en waakzaam zijn. Elk op hun eigen terrein.
Ik wens de GezinsGids én de vrijwillige politie dat zij ook in de toekomst dienstbaar en waakzaam zijn en dat onder de zegen van de Heere.”

Dit artikel verscheen in de GezinsGids van 1 juni 2023