Tekst C.J. de Leeuw Beeld Anneke Vat-Pul

Er is zo veel aandacht voor duurzaamheid en klimaat dat je er moe van zou worden. Het lijkt wel een modeverschijnsel. Prof. dr. T.M. Hofman is niet iemand die met de wind van modegrillen meewaait. Toch zet hij een dikke streep onder dit thema. En daarmee staat hij in een traditie. „Het gaat niet om ‘o, wat houden we van bomen’, maar: de aarde is des Heeren.”

Zijn gezicht heeft zachte, haast timide trekken. Toch rollen vlijmscherpe zinnen staccato van zijn lippen. „Ik doe vaak krasse uitspraken,” waarschuwt de theoloog prof. dr. T.M. Hofman lachend. „Die moet je er
maar niet allemaal inzetten.” Het moet scherp, vindt de emeritus hoogleraar. Want hij heeft iets te vertellen. En het is urgent, want hij ziet het misgaan. „Ik wil eerlijk zijn, al waardeert niet iedereen dat. Het snijdt in eigen vlees. Ook in dat van mij.” Hij lacht: „Als er boze brieven komen, is het mijn schuld.”


Crisistijd
Het monumentale, Sliedrechtse dijkhuis – „tien bij tien bij tien, duizend kuub” – met hoge, rijk geornamenteerde plafonds – „die zijn nog origineel” – waar Hofman samen met zijn vrouw woont, kijkt uit op een tuin zo’n honderd meter diep. In de kassen achter in de tuin kweekt hij fuchsia’s. „Dat ben ik aan het afbouwen, want dat is nogal bewerkelijk.” In de kamer beneden schreef hij een boek Arm en rijk in crises, een persoonlijke studie naar de betekenis van de gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus voor nu. Crises. Daarmee staat het boek midden in deze tijd, stelt Hofman. „We leven in een crisistijd. We gaan van crisis naar crisis. En het is nog niet afgelopen, helaas. Eerst had je de kredietcrisis, die nooit goed is opgelost. Daarna kwam corona, nu heb je de oorlog in Rusland. En de klimaatcrisis dient zich echt aan, of je dat nu gelooft of niet. Het komt allemaal bij elkaar. En kijk naar de Haagse politiek. Het glibbert aan alle kanten. Eerst was er de toeslagenaffaire, nu zijn er problemen rond de vermogensbelasting. Ze zitten met de handen in het haar. Is dat een crisis of niet? En wat denk je van de inflatie? Dat is de volgende
crisis. Mensen dreigen tussen de raderen te komen. Je moet wel rond zien te komen. De inflatie is tijdelijk,
zeggen ze. Nou, als ze dat zeggen, moet je gaan oppassen. Dat zeiden ze bij de kredietcrisis ook. Het houdt me intens bezig. Het zijn ontbindende tendenzen in de samenleving. Heel triest.”

Prachtsamenleving
Hofman zoomt uit en trekt grote lijnen vanuit anekdotes en details. Verbindt in één beweging
macro-economische ontwikkelingen met Bijbelstheologische principes. Dat is precies wat hij nodig acht. „Kijk, het gevaar is dat je als dominee zegt: zo staat het in de Bijbel. Maar het moet wortelen in de werkelijkheid, anders komt er niets van terecht. Daarom zoek ik aansluiting bij andere disciplines. Anders ontstaat er geen reëel perspectief op verandering.”
En verandering is nodig, wat hem betreft. „We zijn vooral bezig om de markt goed op poten te zetten. Het idee is: laat de markt zijn werk doen en dan krijg je een prachtsamenleving. Zo dacht ik vroeger ook. Enigszins liberaal. Nu denk ik: is dat nou echt zo slim? Of dénken we dat we slim zijn? Ik heb er grote twijfels over, echt waar. Ook in liberale kringen hoor je nu de vraag: zijn we wel op de goede weg
door alles aan de markt over te laten? Want gaat het nou echt zo goed? We rollen van het ene onderzoek in het andere. We leven opgejaagd: het is heel druk in de geestelijke gezondheidszorg en veel studenten hebben een burn-out. Hoe zou dat nou komen? Van het mooie leven dat ze hebben?
De kwetsbaren worden kwetsbaarder, degenen die niet kwetsbaar zijn, worden sterker. Je ziet dingen
waarvan je denkt: dit is waanzinnig. Neem de macht van de grote mediabedrijven. Ze hebben een gigantisch vermogen bij elkaar geharkt. Als ze willen, kunnen ze de politiek beheersen. En kijk naar de woningmarkt. Het is abnormaal geworden. Ik zie er veel spanning ontstaan. De bank geeft eerst veel kredietruimte en zegt dan: mag ik m’n paraplu terug? En dan schijnt het in Nederland nog relatief goed te gaan.” De economie is grotendeels schuldgedreven, schrijft u. Wat bedoelt u daarmee? „Kijk, de hele economie heeft er belang bij dat geld rolt. Daarom kost geld lenen geld. Maar vergeet niet: veel mensen lenen onverantwoord, doordat er een perverse prikkel is: koop nu, betaal later. Mensen komen erdoor in de problemen. ‘Ja’, zeggen ze dan, ‘dat interesseert ons niet, want markt is markt. Anderen verdienen er weer aan door hoge tarieven voor incasso’s’. Dan denk ik: jongens, moeten we dit willen? Dit kan toch niet de bedoeling zijn? Op macroniveau zie je hetzelfde gebeuren. Mondiaal loopt de schuld hard op. Er zijn landen die hun verplichtingen nooit, maar dan ook nooit zullen kunnen nakomen. Wat betekent dat voor het nakomende geslacht? Zelfs voedsel is markt geworden. De oorlog in Oekraïne gaat in Afrika honderdduizenden doden kosten. Daar heb ik grote moeite mee.”

Schamen voor een Jaguar
De markt draait op een onverzadigbare honger naar mooi, meer en beter. Hofman plaatst er kanttekeningen bij. „Hoeveel in ons leven wordt aangejaagd door reclame, die behoefte schept? En hoeveel van die luxe is in feite overbodig? Je hebt misschien een leuke computer, maar toch wil je binnenkort een snellere. Nou, dan kan ik je dit vertellen: de volgende die nóg sneller is, staat
alweer op de plank. Zo kun je bezig blijven. Zelf vind ik auto’s erg mooi. Een Jaguar: prachtig. Maar ik zou me schamen als ik in zo’n ding zat. Kan ik dat verantwoorden als een ander moet rondkomen van nog geen dollar per week? De vraag is: waarom wil je iets? Funshoppen in Londen, moet dat echt? Een vliegvakantie naar een mooi eiland, doe je dat echt omdat je zo geniet van Gods schepping? Of wil je vooral laten zien dat je iets kunt wat een ander niet kan?”

Het valt hem op dat behoudende christenen zichzelf op het gebied van geld en goed wat meer
ruimte gunnen. „Hoe komt het dat we in gereformeerde gezindte bepaalde dingen laten liggen? Nemen we de zonde op dit gebied wel serieus? Of zeggen we: ‘Ja, maar we moeten toch door de tijd?’ Hebben we op dit terrein wat meer vrijheid voor onszelf gecreëerd? Als een soort ventiel: andere dingen doen we niet, maar hier hebben we een beetje ruimte. Kennelijk zijn we op dit gebied een beetje liberaal.”


Wat bedoelt u daarmee?
„Het liberale mensbeeld is optimistisch: als je de markt zijn gang laat gaan, komt het goed. Dat mensbeeld kun je niet delen als je belijdt wat de Heidelbergse Catechismus zegt in Zondag 2: dat ik
geneigd ben om God en mijn naaste te haten. Nemen we dat misschien niet helemaal serieus?
Niet voor niets staan er veel waarschuwingen in de Bijbel gericht aan rijken. Er staat niet dat je vervloekt
bent als je veel bezit hebt en dat je zalig bent als je dat niet hebt. Maar als rijk worden je doel is…
Geldgierigheid is een wortel van alle kwaad. Daar komt dus wel heel veel uit voort, hè?
Je ziet in onze samenleving dat het ‘dikke ik’ steeds meer een probleem wordt. Puur marktdenken
kan botsen met het oog hebben voor recht en gerechtigheid.” Met ironie: „Zou de catechismus dan toch gelijk hebben? Dat ik als mens uit ben op mijn eigen voordeel? Ik geloof vast: dat is een bedreiging voor
de samenleving.”

Niet dienen is stelen
Een andere, meer Bijbelse houding is nodig, stelt Hofman. „Wij zijn slechts rentmeesters. We moeten
verantwoording afleggen over hoe we omgegaan zijn met hetgene dat en degenen die ons zijn
toevertrouwd. De vraag is dan niet: ‘Hoe kan ik zo veel mogelijk naar me toe harken?’ Maar: ‘Hoe kan ik dienen’? Want, zoals de reformator Martin Bucer zei: ‘God gaf ons een plek op de aarde om een ander te dienen’. Zou dat niet een heel belangrijk principe zijn in het omgaan met wat je is toevertrouwd? Dienen,
met je geld, maar ook met je inzet, je aandacht? Luther zegt heel kras: ‘Als je niet dient met je bezit, dan is dat roof’. Hoor je dit nou wel? Of snijdt het te veel in eigen vlees? Je ziet het ook in de Heidelbergse Catechismus. Daar wordt de wet heel concreet uitgewerkt. Dan denk je misschien: moet dat nou? Ja, dat moet. En het is ook heel mooi. Bij het achtste gebod wijst de catechismus erop dat God niet alleen stelen verbiedt – waaronder ook verkwisting valt – maar Hij gebiedt ook iets: het bevorderen van het nut van je naaste waar ik kan. En: trouw je werk doen – let op wat er staat – ‘opdat ik den nooddruftige helpe moge’.” Hofman, haast geestdriftig: „Is dit niet heel concreet? Dit is toch prachtig? Maar doen we dit ook? Is dit de reden waarom we werken? Vragen we aan de Heere: ‘Nu heb ik wat over, voor wie is het?’ Toen ik het vanochtend doorlas, was het voor eerst dat dit me zo trof. Dat ‘opdat’. Nee, je leeft niet alleen voor jezelf.”

Het complete interview verschijnt in het ZomerNummer van 7 juli 2022 D.V.