altHij greep er al tientallen in hun kraag: dieven die er stiekem met vlees vandoor wilden gaan. Slager Stefan van Kreuningen (38): „Stelen is onrecht en gedreven door adrenaline zet ik meteen de achtervolging in. Maar als ik de dader in de ogen kijk, voel ik ook iets van mededogen. Het is een wonder dat ik die dief niet ben. Wat ben je een stakker als je móet stelen.”

„Vandaag gewoon afrekenen, hè? Want hier wordt niet gejat!”

Slager Stefan van Kreuningen nam het op tegen talloze dieven

Het vlees veilig achter de toonbank, klanten netjes in de rij en slager Van Kreuningen in actie achter het hakblok. Sinds anderhalf jaar heeft Van Kreuningen een keurslagerij in Vinkeveen. Daar is stelen niet makkelijk. Maar hiervoor werkte hij twintig jaar in een slagerij in een supermarkt in Amsterdam Zuid-Oost. Mensen pakten vlees en rekenden het af bij de centrale kassa van de supermarkt. Maar dat ging lang niet altijd zoals het de bedoeling was. „Daar kan ik wel een boek over schrijven. Ik ging zeer vaak dieven achterna,” vertelt de slager. „Er is een groot aantal mensen dat veel tijd en weinig geld hebben. Er is ontzettend veel gestolen en ik was er erg op gefocust.

Mensen met foute motieven zijn onrustig in hun doen en laten en kijken schichtig om zich heen of het personeel hen niet ziet. Of ze hebben een grote sporttas bij zich. Zulke mensen hield ik meteen in de gaten en vaak zag ik dan dat ze spulletjes in hun tas of broekzak deden.” Het verhaal rolt er vlot uit, met een licht Amsterdams accent. „Op gepaste afstand ging ik achter hen aan. In de supermarkt geldt een protocol dat je ze buiten de winkel pas mag aanhouden, want anders kunnen ze zeggen dat ze het vergaten te betalen. Dat deed ik eerst. Maar er volgt dan een heel parcours met politiebezoek, vragen beantwoorden en formulieren invullen. Dat kost veel tijd en ik vond het geen goede oplossing. Daarom besloot ik op den duur mensen zelf na de kassa aan te houden.”


Adrenaline

De eerste paar keren dat Van Kreuningen getuige was van diefstal, had hij steeds last van twijfel. „Ik zag dat iemand iets stal, maar ging twijfelen of ik het wel echt gezien had. Ik was bang dat ik misschien iemand onterecht zou beschuldigen. Soms zag ik het gebeuren door een goede, trouwe klant. Dat kon ik me dan bijna niet voorstellen.” Deze gedachten werkten belemmerend voor hem. „Het is dan lastig om doortastend te zijn. Maar later dacht ik er niet lang meer over na. Ik wist inmiddels dat mensen konden stelen en vloog er vaak meteen op af. Soms flitste het wel door me heen dat de dief een pistool of mes bij kon hebben, maar gedreven door adrenaline ging ik er dan toch op af. Als er onrecht gebeurt, moet dat rechtgezet worden.”


Dit is een selectie van een artikel uit het WinterNummer van de GezinsGids