Tekst C.A. Schipaanboord-de Vos Beeld Anneke en Gerben Vat

Je wilt jonge kinderen er niet uitgebreid over vertellen, maar je kunt ze ook niet onwetend laten.
Hoe vertel je op een goede manier over dreigingen op seksueel gebied, zonder een kind bang te
maken? „Soms is het kiezen tussen twee kwaden. Óf een beetje angst óf niet gewaarschuwd.”

Tijdens haar werk in de hulpverlening zag ze de kracht van preventie, ook op het gebied van seksualiteit. Ze besloot haar inzichten te delen. Nu is Elza Hoogendoorn eigenaar van Platform Seksuele Vorming (www.platformseksuelevorming.nl). „We hebben zelf drie kinderen, van wie de oudste vijf jaar is. Ik verdiepte me in de seksuele ontwikkeling van
kinderen en kreeg de behoefte om wat ik opmerkte te delen. Want ik merkte in mijn omgeving dat lang niet alle ouders over dit thema open durven zijn.” Ze vindt het belangrijk om kinderen toe te rusten als
het gaat om misbruik. „De belangrijkste reden is: het kan ze overkomen. Daar moet je als ouders iets mee.
Het is belangrijk om erover te praten. Je geeft een kind dan taal als het gaat om dit onderwerp. Zo hebben ze iets om op terug te grijpen als het nodig is. Ik herken als moeder de spanning als het gaat over
kinderen en dit onderwerp. Ze hebben nog niet het besef dat mensen op zo’n nare manier naar hun lichaam kunnen kijken of ermee om kunnen gaan. Dat maakt het lastig: je wilt niet dat ze er te veel over horen. Ik vergelijk het vaak met praten over het verkeer. Als je kinderen leert dat ze niet zomaar over mogen steken, vertel je niet allerlei nare details. Dat er overal bloed te zien is als er een auto tegen hen aanrijdt, bijvoorbeeld. Je kunt iets feitelijk vertellen, zonder alle akelige dingen erbij. Zo maak je het onderwerp wat normaler.” De meeste kinderen zullen het niet te groot maken, maar een bepaald type kinderen wel. Elza: „Gevoelige, angstigere kinderen, die dit soort dingen intensief gaan verwerken en er in hun hoofd verder mee gaan wel. Dat vraagt voorzichtigheid. Het is sowieso belangrijk om in je gesprek aan te sluiten bij hun belevingswereld en niveau. Dat moet je als ouder aanvoelen. Maar soms is het kiezen tussen twee kwaden. Je kind krijgt óf een beetje angst óf is niet gewaarschuwd.”


Licht houden
Maak het niet te zwaar, adviseert Elza. „Als je steeds benadrukt dat mensen heel nare dingen met je kunnen doen en daarbij voorbeelden noemt, wordt het heel spannend. Probeer dat te voorkomen. Probeer het licht te houden, zoals je zou doen als je het bijvoorbeeld hebt over een onderwerp als neuspeuteren.” Ze verduidelijkt: „Met onze meiden bespreken we weleens wat voor hen privé is. Papa en mama mogen hen helpen bij het douchen. En soms een opa of oma als ze bij hen logeren. Daarna noemen we dan allemaal mensen op die hun billen niet mogen zien. Dat wordt een soort spelletje. En tante Lisanne? En de vriendin van mama? En buurman Hans? Zo geef je de boodschap mee: ‘Buurman Hans mag jou niet misbruiken’. Voor de kinderen is het gewoon een leuk verzinspelletje, waar ze als het goed is toch iets van oppikken.”
Noem rond dit onderwerp niet alleen ‘vreemden’, benadrukt Elza. „Gebruik in het spelletje dat ik noemde
ook namen van bekenden. Misbruik vindt vaak juist daar plaats. Maak duidelijk dat dit hele onderwerp ook speelt bij opa’s, oma’s, vrienden enzovoort. Ook bij zulke mensen mogen ze hun grens aangeven.
Leer een kind ook respect te hebben voor het lichaam van een ander. „Als anderen hun grenzen aangeven, moet je daarnaar luisteren. Dat begint al met stoeien in huis. Soms doen zich situaties voor waarop je kunt inhaken. Als een ouder kindje steeds aan privélichaamsdelen komt als een jonger broertje in bad gaat, dan kun je erop wijzen dat je daar niet zomaar aan mag komen. Hoe ouder kinderen worden, hoe meer je dat uit kunt werken. Dit geldt zeker voor jongens. Zij moeten bijvoorbeeld leren dat een ‘ja’ van een meisje niet altijd van harte ‘ja’ is. Daar zit een hele wereld achter.”

Balans
Elza zucht. „Het onderwerp misbruik is iets waar je als ouder bang van kunt worden. Er is geen oplossing voor. Dit is één van de onderwerpen waarin ik het overgeven aan God heel sterk ervaar. Het is een worsteling. Je moet zoeken naar een balans tussen veiligheid bieden en loslaten. Ik hoorde dat in
Amerika kinderen soms niet meer op straat mogen spelen. Dan ben je naar mijn indruk doorgeslagen in
die angst. Je kunt niet alles voorkomen.” Er zijn grenzen aan wat je kunt doen. Als er toch iets gebeurt, is dat geen reden voor zelfverwijt. „Als ouder ben je verantwoordelijk voor de toerusting, maar niet
voor het misbruik.”

Dit interview is onderdeel van een driedelig interview en verscheen -samen met de andere delen- in de GezinsGids van 5 mei 2022