Menno de Bruyne is voorlichter bij de SGP Tweede Kamerfractie. Op deze plek geeft hij een kijkje achter de schermen van het hof en het Binnenhof
Het is een vraag waar je liever niet over nadenkt. Maar wat als de lawine in de Oostenrijkse Alpen die prins Friso trof, ook koningin Beatrix had getroffen? Wat zou dat voor gevolgen hebben gehad? Staat gans het raderwerk van de staat dan stil?
Het antwoord op deze vraag staat in de Grondwet. Die is op alle eventualiteiten voorbereid. Mocht Hare Majesteit getroffen worden door een gebeurtenis waardoor zij het roer van staat al dan niet tijdelijk los moet laten, dan geldt artikel 35: ‘Wanneer de ministerraad van oordeel is dat de Koning buiten staat is het koninklijk gezag uit te oefenen, bericht hij dit onder overlegging van het daartoe gevraagde advies van de Raad van State aan de Staten-Generaal, die daarop in Verenigde Vergadering bijeenkomen.’
De eersten die in zo’n situatie in actie moeten komen zijn dus de ministers. Die moeten dan artikel 35 in werking stellen. Daarvoor is nodig dat ze met elkaar vaststellen dat Hare Majesteit er zodanig slecht aan toe is dat ze ‘buiten staat is het koninklijk gezag uit te oefenen’. Aan te nemen is dat premier Rutte in zo’n geval het voortouw zal nemen. Hij is immers speciaal verantwoordelijk voor de contacten met het hof?
Komen de ministers inderdaad tot deze conclusie, dan moet dit oordeel vervolgens worden voorgelegd aan de Raad van State, het hoogste adviescollege van de regering vol ‘wijze mannen en vrouwen’. Daarna zijn Tweede en Eerste Kamer aan zet. Die moeten in een ‘Verenigde Vergadering’ beoordelen of de conclusie van het kabinet terecht is.
Gezien de uitzonderlijke omstandigheden waarover we het hier hebben, ligt het voor de hand dat de Kamerleden het oordeel van de ministers en de staatsraden zullen volgen. Theoretisch is het natuurlijk denkbaar dat de parlementariërs anders zullen oordelen over de toestand van de koningin, maar dat is geen waarschijnlijke optie. Immers, de Tweede noch de Eerste Kamer zal zo’n delicate zaak hoog op willen spelen.
Opvallend is dat de Grondwet hier, in tegenstelling tot de situatie op andere cruciale momenten in het staatkundige leven, niet voorschrijft dat de Staten-Generaal met tweederde meerderheid in moet stemmen met het oordeel van de ministers. Ook is er geen wet voor nodig om te besluiten tot een buiten-staat-verklaring. Dat laatste kan ook niet, omdat onder een wet altijd de handtekening moet staan van de koningin – en die is daar op zo’n moment niet toe in staat. Wat slechts nodig is, is een normale meerderheid van de aanwezige afgevaardigden én een verklaring van de Verenigde Vergadering.
Met die verklaring, uit te geven door de Voorzitter van de Eerste Kamer, én de bekendmaking van die verklaring, neemt Willem-Alexander als regent dan ‘terstond’ het vaantje van z’n moeder over – zolang dat nodig is. Hóe lang? Dat wordt beslist door… jawel, de ministers, de Raad van State en de Kamerleden. En als al deze ‘wijze mannen en vrouwen’ tot de slotsom komen dat de koningin weer aan de slag kan, dan moet koningin Beatrix zélf daar uiteraard ook nog voor tekenen.