Geen delict te moeilijk of ingewikkeld. Geen misdrijf te groot of gevaarlijk. Geen criminele daad te dichtbij of te ver weg. Geen zaak te duister. Het Puttense internationaal opererende, particuliere recherchebureau Restment probeert de feiten in deze zaken boven water te krijgen. Met directeur Lenard Prins (54) maakt niemand dan ook de kachel aan, zijn manier van werken dwingt respect af.
Men weet vaak te verhalen over Restment en zijn directeur, Lenard Prins. De man achter het vrijwel onmiddellijk vrij krijgen van het lichaam van een zendingsmedewerker toen deze werd doodgeschoten. De man die betrokken was bij de oplossing van de overval op het directeursechtpaar van het Stephanos weeshuis in Malawi. De directeur van de organisatie die gijzelaars in Jemen vrij kreeg. De rechercheur die zich met zijn organisatie onlangs succesvol inzette om een vermist meisje in Ermelo binnen enkele dagen op te sporen. En, zo wordt er over hem gesproken, ‘die zit toch ook op die schepen in Somalië?’
‘Men’ weet nog wel meer verhalen van Lenard Prins en zijn organisatie. Het ware weet ‘men’ echter vaak niet en zal men ook nooit te weten komen. De rechercheur laat dat heel graag zo. Duidelijk is wel dat er achter deze man met zijn bedrijf een enorme spirit schuilgaat.
Wie in gesprek gaat met Prins, maakt kennis met zijn eigenschappen: een onbedwingbare drive, een ontembare drang naar waarheidsvinding, een sterk doorzettingsvermogen, gecombineerd met een behoorlijke mate van creativiteit en de behoefte om iets te betekenen. „Ja, dat kan allemaal, maar het meest misschien nog wel: christen-zijn, dat brengt verantwoordelijkheid met zich mee,” zegt hij er zelf van. „En wat die drive betreft: ik had die ook gehad als ik directeur was geweest van een koekjesfabriek.”
Stevig recherchewerk
Toen Lenard na de basisschool in Dordrecht ook de mavo in deze stad deed, droomde hij hooguit van een baan bij de politie. Hij bezocht eerst nog de detailhandelsschool en vervulde de dienstplicht bij de Koninklijke Marechaussee, hetgeen misschien wel zijn gedachten heeft gericht op het verrichten van speurwerk naar onjuiste zaken. Een jaartje in valuta’s handelen bracht niet wat hij wilde. Lenard: „Toen dacht ik al: ‘Volgens mij gebeurt het buiten en niet binnen’.” De politieacademie was het echter wél. Daarna werkte hij als politieman in de regio’s Zuid-Holland Zuid en Gelderland Midden. Daar heeft hij een heel mooie en leerzame tijd gehad. Lenard „Het is mooi werk om onderzoek te doen en een steentje bij te dragen aan waarheidsvinding ten gunste van je medemens, die door toedoen van crimineel gedrag slachtoffer is geworden. In dit werk ga je niet verbeten aan de gang, maar probeer je als christen ook nog eens lichtpuntje te zijn. Ik heb verschillende keren overlijdensberichten moeten overbrengen en dan voel je toch écht dat je achtergrond daarin meespeelt. Je brengt zo’n boodschap in ieder geval niet als ‘het noodlot’, alhoewel je ook niet de evangelist hoeft uit te hangen. Ik heb in die tijd ook ‘stevig’ recherchewerk gedaan: naar bankovervallen en andere vormen van zware criminaliteit. Maar ook heftige incestgevallen. Maar let op: voor ons zijn de grote zaken even belangrijk als de ‘kleine zaken’. Een ‘kleine zaak’ kan namelijk evenveel of soms zelf meer impact hebben op het slachtoffer.
Prins zal nooit vergeten dat hij in die tijd als politieman als eerste bij een brand aankwam. Hij wist dat er in één van de kamers van de in lichterlaaie staande woning nog een broertje was van de gezinsleden. „Ze zagen me als de redder, maar ik heb de verwachting niet waar kunnen maken, omdat door de hitte en het vuur het ventje onbereikbaar was. Als ik het huis wél was ingegaan, was er zeker één slachtoffer gevallen. Zo’n situatie is hartverscheurend en vergeet je nooit meer.”
Dit artikel gaat verder in de GezinsGids van 21 augustus.