Sluipenderwijs namen digitale apparaten in het gezin van Klaas en Anna Prosman een steeds grotere plaats in. Ze maakten duidelijke keuzes om dit te stoppen. „Ondanks onze gereserveerdheid voelde dat ding als een olifant in huis.”

Voor Klaas (37) en Anna (34) Prosman ging enkele jaren geleden de knop om. Anna: „Onze jongste was toen drie jaar en speelde geregeld ‘Duplo’ op de iPad. Op een gegeven moment riep hij in plaats van een groet direct als Klaas thuiskwam: ‘Papa, mag ik de iPad?’ Toen voelden we hoe zo’n onschuldig spelletje een dwang en drang naar het apparaat geeft. We waren al terughoudend met media, maar toen namen we verdergaande besluiten. We gebruiken deze middelen niet meer voor vermaak.”

Jullie hebben kinderen in de leeftijd van zes tot dertien jaar. Wat had invloed op jullie keuzes rondom mediagebruik?„Het begon jaren geleden. In ons vorige huis stond de computer in een hoek van de woonkamer. Ondanks onze gereserveerdheid voelde dat ding als een olifant in huis. We keken bijvoorbeeld wekelijks op zaterdag een natuurprogramma voor kinderen. Op een bepaald moment concludeerden we dat de kwaliteit hiervan terugliep. Dan moet je sterk in je schoenen staan en conclusies durven trekken om het anders te doen. We besloten ermee te stoppen. De kinderen zagen zelf ook in dat dit beter voor hen was. Gelukkig is het nooit een strijd geweest.”

Hoe duiden jullie de huidige ontwikkelingen?

„Eigenlijk is er sprake van een glijdende schaal. Computers en mobieltjes begonnen als krakende apparaten met een zwartwitscherm. Dat waren toen nuttige apparaten. Al snel werden de beelden realistischer. Het nuttige en noodzakelijke is nu samen met entertainment in eenzelfde apparaat gegoten. Dat is de list van deze tijd en als we er niet voor bewaard blijven, raken we in deze val verstrikt.

Moeten we onszelf, maar ook als gezindte, niet afvragen of we daarmee wel goed bezig zijn? Laten we onze standpunten heroverwegen. Gebruik deze middelen voor nuttige dingen – ook onze kinderen maken voor school gebruik van laptops – maar ga entertainment en de verleiding die erachter schuilgaat uit de weg. De digitale wereld lijkt onschuldig, maar heeft veel invloed.”

Hoe geef je als ouders het goede voorbeeld? 

Klaas: „Ik heb zelf een tijd gehad waarin ik de voortdurende drang ervoer om ‘bij te blijven’. Ik wilde de nieuwste apparatuur en programma’s. Zo had ik bijvoorbeeld verschillende apps waarmee ik op de hoogte werd gehouden van het nieuws. Je kijkt er ongemerkt veel op. Die apps gooide ik eraf. We namen weer een abonnement op de papieren versie van het Reformatorisch Dagblad, in plaats van digitaal via de iPad deze krant te volgen.”

Anna: „Evenals mijn man heb ik een smartphone. Om te voorkomen dat dit apparaat ook weer een olifant in huis gaat worden, hebben we duidelijke afspraken gemaakt. Hij ligt op een vaste plaats in een kast, alle geluiden staan uit en op mijn eigen tijd kijk ik. WhatsApp gebruiken we alleen om feitelijke berichten door te geven in plaats van een telefoontje. De WhatsApp-groepen hebben we allemaal afgezegd. Alleen in noodsituaties of bij heftige gebeurtenissen in de familie nemen we er aan deel. Zodra dit voorbij is, verlaten we de groep. We ervaren dat deze keuzes rust met zich meebrengen.”

Hoe zien jullie de toekomst?

„Je bent verantwoordelijk voor je kinderen. In ons geval is de oudste dertien. We begrijpen dat ouders met oudere kinderen de ontwikkelingen rondom de smartphone moeilijker tegen konden houden. Het ging zo snel. Toch zijn we ervan overtuigd dat het goed is om geregeld op de rem te trappen en standpunten te herzien als ontwikkelingen daarom vragen. Wie kinderen een smartphone in de hand drukt, geeft hen een middel dat ze nog niet kunnen bolwerken. Je geeft ze over aan invloeden die hun weerstand te boven gaan. Laat ze rustig volwassen worden.”

Als de groepsdruk rond je kinderen toeneemt, wordt het spannend. Wat doen jullie daarmee?

„Blijf positief spreken over het eigen standpunt en veroordeel anderen niet. Geef je grenzen aan, maar doe offline gewoon leuk mee met de groep. Tot nu toe hebben de kinderen er geen moeite mee om voor hun keuze uit te komen. Verder proberen we ook duidelijke afspraken te maken met ouders van vriendjes of vriendinnetjes die hier anders instaan.”

Jullie sloten je aan bij een oudercollectief en hadden contact met de school. Wat leverde dit op?

„De school stond schouder aan schouder met ons. Als gevolg daarvan kregen alle ouders van groep 8 een brief, zoals ook gebeurde bij leerlingen van de eerste klas in het voortgezet onderwijs. In de daaropvolgende tijd haakten diverse scholen uit de regio aan. Dit leidde tot rondetafelgesprekken, waar ouders elkaar konden ontmoeten. Wat blijkt? We zijn lang niet de enige die er zo over denken. Het kreeg een olievlekwerking. Het collectief is overigens niet bedoeld als actiegroep.”

Er wordt in onze gezindte niet altijd positief gesproken over mediamijding. Hoe ervaren jullie dat?

„Wellicht dat de media soms onterecht een wat te negatief beeld neerzetten van het oudercollectief en ouders die kiezen voor mijding van de smartphone. Als opvoeders kunnen we ook gevoelig zijn voor groepsdruk. Maar durf zelf na te denken en neem eigen beslissingen, al gaat dit tegen de stroom in. Je onthoudt je kind niets, maar geeft ze juist iets mee.

Overigens gaat het daarbij om veel bredere thema’s dan alleen de smartphone. Opvoeden is iets anders dan je kinderen op laten groeien. We hebben de opdracht hen te vormen. Onze plicht is om onze kinderen als geleende kostbaarheden op te voeden overeenkomstig onze doopbelofte. Toch is opvoeding niet maakbaar. De wachter waakt tevergeefs, als de Heere er Zijn zegen niet over geeft. Wij kunnen zoals bij de bruiloft in Kana het water aandragen, maar alleen de Heere kan het in wijn veranderen.”

 

 

Meer over verstandig mediagebruik? U leest het in de GezinsGids van 29 september.