MennoMenno de Bruyne is voorlichter bij de SGP Tweede Kamerfractie. Op deze plek geeft hij een kijkje achter de schermen van het hof en het Binnenhof

 

Op vrijdag vergadert de ministerraad. Dat is vaste prik. Tegen tienen komen de ministers op het Binnenhof 19 aan – minister Hillen op z’n gemak kuierend vanaf z’n departement om de hoek, de meeste anderen voorgereden in luxe dienstauto’s met chauffeur. De rest van de dag zijn ze zoet met vergaderen tussen stapels stukken over ‘s lands zaken.

De ruimte van waaruit het land bestuurd wordt is de Trêveszaal, die deel uitmaakt van het ministerie van Algemene Zaken van premier Rutte. Het woord ‘trêve’ herinnert aan de onderhandelingen die hier werden gevoerd tussen de Span¬jaarden en de Nederlanders in 1608, besprekingen die uiteindelijk leidden tot het Twaalfjarig Bestand. Trêve betekent namelijk rust, wapenstilstand. Goed voor Rutte en zijn clubje om in gedachten te houden, vooral als de gemoederen verhit raken. Onder het plafond hangt trouwens een vermaning die er óók wezen mag: Concordia res parvae crescunt. Eendracht maakt macht.

Vreedejaer

De Trêveszaal is een maaksel van de bekende architect Daniël Marot, een hugenoot die als asielzoeker in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden een verblijfsvergunning kreeg. Marot kreeg van stadhouder Willem III de opdracht een representatief onderkomen voor ‘Hunne Hoogmogenden’ te ontwerpen. Dat waren trouwens de Leden van de Staten-Generaal, de Kamerleden zeg maar.

In ‘t Vreedejaer 1672’ maakte Marot zijn karwei af. Hij kreeg duizend rijksdaalders voor ‘al zijn moeyte’. Onder het toezichthoudend oog van de meester zelf heeft het puikje van de zeventiende-eeuwse decorateurs een barokke zaal geschapen waarin Rutte, Verhagen en Opstelten, als het hun even te machtig wordt, weg kunnen dromen in een wereld van kleur¬rij¬ke bloemenguirlandes, vergulde vrouwenfiguren, weelderige acanthusbladeren en zoetroze engeltjes, om korte tijd later met een schok weer wakker te worden bij de harde reali¬teit van de eurocrisis, Geert Wilders en nieuwe bezuinigingen.

Deugden

De geschilderde decoraties in de Trêveszaal zijn rijk aan sym¬boliek. De uitgebeelde thema’s zijn: verheerlijking van de Re¬publiek der Zeven Verenigde Nederlanden, de zegeningen van het beleid van de Staten-Generaal en de deugden waarover men als goed bestuurder dient te beschikken. Ook dat mogen de huidige bewindslieden wel in hun oren knopen: oprechtheid (Verhagen), matig¬heid (De Jager), waakzaamheid (Hillen), kracht (Opstelten), voorzichtigheid (Spies), kuisheid (allemaal) en recht¬vaardigheid (Leers).

Dat de vergaderingen van de ministerraad nu in de Trêveszaal aan het Binnenhof gehouden worden, is wel makkelijk. Vooral voor premier Rutte, die vanuit zijn werkvertrek in het Torentje binnendoor naar de Trêveszaal kan lopen. En natuurlijk ook voor de jour¬nalisten, die nu niet meer bij nacht en ontij voor de winderige poorten van het ver van het Binnenhof gelegen Catshuis hoeven te posten als het kabinet op springen staat. Onder de premiers Den Uyl en Van Agt heeft menig verslaggever daar staan blauwbekken als het weer eens nachtwerk werd. Nu wordt dat Catshuis (‘Sorghvliet’) feitelijk alleen nog gebruikt voor speciale vergaderingen, bijeenkomsten en ontvangsten.