Wat ooit begon met het verkopen van een paar kalebassen, is uitgegroeid tot een mooie plattelandswinkel. ’t Schuurtje in De Valk is een begrip in de omgeving. Eigenaren Bram (52) en Jeltje (61) Hofman vertellen. „De winkel is ook het startpunt van het Valkschepad. Veel mensen beginnen dit pad eerst bij ons met koffie en gaan dan het pad lopen.”
Tekst N. Overduin Beeld Anna Hage
Ruim twintig jaar geleden belandden Bram (52) en Jeltje (61) Hofman uit De Valk beiden in een burn-out. Bram werkte destijds in Veenendaal en kwam helemaal thuis te zitten. Dat gold ook voor Jeltje, zij werkte op de basisschool in De Valk.
Een ‘oom’ van Bram, die ook meester was op de Valkse school, kreeg er samen met de buren een stuk grond bij. Hij wist niet goed wat hij daarmee moest. Bram kon dat stuk grond wel goed gebruiken. Het leek hem leuk om daar wat aardappels en groenten op te gaan verbouwen.
Elke dag ging Bram naar z’n tuin. En al heel gauw kon hij z’n eerste kalebassen oogsten. Bram: „Ik gaf wat aan de buurvrouw, die wilde er wel voor betalen. Dat bracht mij op een idee. Ik legde wat kalebassen op een tuinbank bij ons huis op het bungalowpark waar we op dat moment woonden. Later kwamen er aardappels bij en wat groenten en fruit. Eigenlijk is dat het begin geweest van een uit de hand gelopen hobby.”
Op het park vonden ze het niet zo’n goed idee om zomaar spullen te gaan verkopen. Maar in diezelfde tijd kreeg Bram bij zijn stuk tuin ook een schuurtje. Bram: „In overleg ging ik daar voortaan de spullen verkopen die ik van het land haalde. Zo is de naam ’t Schuurtje geboren.”
Decoratie
Steeds meer spullen werden ’t Schuurtje in gedragen, tot decoratie toe. Jeltje: „De mensen in De Valk vonden het leuk. Steeds meer klanten kwamen erop af. Terwijl Bram in z’n schuurtje was, bakte ik thuis appeltaarten. Daar was veel belangstelling voor. Later ging Bram zelfs oliebollen bakken. De allereerste keer bakte hij er maar liefst 1500, die allemaal verkocht werden.
En zo werd dit schuurtje eigenlijk algauw te klein. Ik hoorde via de directeur van school dat het huis op de hoek vrij zou komen. Bij dat huis was een grotere schuur. Het zou ideaal voor ons zijn om daar de winkel heen te verhuizen.”
Bram vult aan: „We moesten echter solliciteren naar deze woning. Dat deden we, het was best spannend. De mevrouw van wie deze woning was, heeft, wonderlijk genoeg, ons uitgekozen vanwege ons verhaal.”
In december van dat jaar verhuisden Bram en Jeltje met zoon Jacob naar de overkant. Bram kon gelijk beginnen met oliebollen bakken. Een onvergetelijke tijd. Jeltje: „Ik was hoogzwanger van onze dochter Hannah en moest onverwachts naar het ziekenhuis. Het leek erop dat onze dochter zich te vroeg aandiende.
Bram moest halsoverkop stoppen met bakken. Hij had zelfs geen tijd meer om zich om te kleden. Zo kwam hij net op tijd aan in de operatiekamer, die steeds meer ging stinken naar oliebollen.”
Bram: „Ondertussen was er paniek bij de oliebollenbakkerij. Mijn broer en de meester zijn verdergegaan met bakken en buiten groeide de rij met klanten.”
Naderhand kunnen ze erom lachen. „Gelukkig hebben al die klanten het ons vergeven dat ze zo lang moesten wachten op de oliebollen.”
Drie verdiepingen
Negen jaar hebben ze in die schuur de winkel gehad. Totdat deze ook weer te klein was en Bram en Jeltje naar hun huisbazin gingen om te vragen of ze mee wilde denken over een nieuwe winkel aan de overkant. Bram: „Dat wilde ze wel. Er werden tekeningen gemaakt, plannen ontworpen en zo ontstond de huidige winkel met drie verdiepingen.”
Jeltje: „De winkel is op de begane grond, de bakkerij in de kelder en op de zolder is een multifunctionele ruimte. Het hele jaar kun je daar gezellig koffiedrinken en rond Kerst is daar de kerstpakkettenshowroom.”
Inmiddels hebben Bram en Jeltje het twintigjarige jubileum achter de rug. Ze zijn uitgegroeid tot een goedlopende gezellige plattelandswinkel. De klanten komen uit de buurt en uit de wijde omgeving. Bram: „In de zomers komen er veel vakantiegangers, want in de buurt zitten veel campings. Toeristen kijken hun ogen uit, want er is zo veel te zien in de winkel.
Naast aardappelen, groenten en fruit verkopen we veel ambachtelijke producten, zoals bakmeel van de molen, (biologische) boerenkaas en vlees, boerenzuivel, noten, Veluwse jams en streekbier. Daarnaast verkopen we ook zeep, zeepproducten en decoratie. En natuurlijk ontbreken de groenteplanten niet. Bloemenhangers en aardbeienhangers vind je in de zomer.”
Jeltje: „Naast deze winkel hebben we inmiddels ook een theeschenkerij in de theetuin. Onder de hoogstambomen kunnen klanten ontspannen in de stilte van het platteland. Ze kunnen genieten van een lekker kopje koffie met een heerlijk stuk appelgebak of een ander gebakje.”
Jeltje noemt het Valkschepad dat naast de winkel start. „De winkel is het startpunt van dit klompenpad. Veel mensen beginnen het pad eerst bij ons met koffie en gaan dan het pad lopen, dat elf kilometer lang is. Vaak bestellen ze er dan een knapzak met lunch bij. Zo is het helemaal compleet. Komen ze dan terug, dan wacht hun nog iets lekkers. Mensen kunnen hier, naast een zogeheten knapzakarrangement, ook een fietsarrangement bestellen.”
Kerstpakketten
In de winter is de familie druk met kerstpakketten en oliebollen. Jeltje: „Bram begint begin december al te bakken en rond oud & nieuw helpt de familie mee. Een gezellige tijd waar we beiden van genieten.”
Bram en Jeltje hebben het hele jaar door veel steun aan hun team. „Het is mooi om te zien hoe ons team zich inzet. Eén van deze teamleden is inmiddels ook onze eigen dochter.”
Beiden beamen dat het echt niet altijd gemakkelijk is geweest. Vooral in de beginjaren, toen het met de vergunning allemaal niet zo soepel liep. Dat was een heftige en ook wel onzekere tijd.
Maar terugkijkend op wat het hun heeft gebracht, overheerst dankbaarheid. Bram: „Steeds weer zien we de wonderlijke leiding van de Heere terug in ons leven. Dat maakt ons stil. Hem alleen komt de eer toe!”
Dit artikel verscheen in de GezinsGids van 4 juli 2024 D.V.