Veel adoptieouders geloven dat de Heere hun weg zo leidde dat ze een kindje mochten adopteren. Dat is een zegen. Tegelijkertijd zijn er ook grote zorgen onder adoptiekinderen. Losgescheurd van hun wortels worstelen ze met veel levensvragen. Wie ben ik eigenlijk?

Adoptie is en blijft een veelbesproken onderwerp. Zo’n veertig jaar geleden werd er amper over geschreven of gepraat. Zeker niet in kerkelijke kringen. Maar inmiddels is er veel veranderd. Veel christelijke gezinnen hebben kinderen geadopteerd uit allerlei landen. Deze ouders geloven dat de Heere hun weg zo leidde in hun huwelijk en gezin. Zij ervoeren dat de keus voor adoptie een heel persoonlijke zaak is. Inmiddels zijn veel van deze adoptiekinderen getrouwd en sommigen hebben zelf kinderen mogen ontvangen. Wat een zegen!

 

Tegelijkertijd zijn er ook grote zorgen onder adoptiekinderen. Sommigen tobben met psychische problemen en leven met een onverwerkt trauma: we zijn geadopteerd en wie begrijpt wat dat voor ons betekent? Losgescheurd van hun wortels worstelen ze met veel levensvragen. Leven mijn ouders nog? Heb ik nog familie? Zijn die misschien omgekomen bij een aardbeving of als gevolg van de tsunami? Wie ben ik eigenlijk zelf? Behoorlijk veel adoptiejongeren lopen vast in deze vragen en hebben deskundige hulp nodig. Her en der rijst daarom de vraag of het wel verstandig is om een kind te adopteren.

 

Beslissing is persoonlijk

Een beslissing om een kindje te adopteren is een heel persoonlijke zaak, zo geeft ds. A.A. Brugge, predikant van de Gereformeerde Gemeente te Ede, aan. „Toen na een aantal jaren huwelijk ons door een medisch specialist werd meegedeeld dat, naar menselijke berekeningen, ons huwelijk kinderloos zou blijven, mochten wij de weg van de adoptie inslaan. Na moeilijke maanden gaf de Heere opening door de woorden uit Psalm 68:14 (berijmd): ‘Zij zullen U van allen kant; zelfs uit het allerverste land, vereren met geschenken.’ Hoewel onze beslissing natuurlijk een persoonlijk getinte is, was er op dat moment ook het vertrouwen dat de Heere alle dingen wel zou maken. Daarbij geeft de Heere niet de zekerheid dat alles zo loopt als wij het bedenken. Een leven met de Heere is een volgen in afhankelijkheid. Om die afhankelijkheid wil de Heere gelukkig nog gebeden zijn.”

 

Nadat de aanvraag om toestemming tot adoptie is verzonden naar het Ministerie van Justitie is er voor alle echtparen die graag willen adopteren de wettelijke verplichting een cursus te volgen. Met verschillende aspirant-adoptieouders worden alle kanten van adoptie op een eerlijke manier belicht. Naast vele andere aspecten worden daar ook de mogelijke zorgen in de toekomst benoemd. Er wordt eerlijk verteld welke problemen er kunnen ontstaan rond het geadopteerde kind. Ook wordt er duidelijk gemaakt dat die zorgen zeker hun weerslag kunnen hebben op het gezin. Ze kunnen zelfs het huwelijk onder hoogspanning brengen. De cursus geeft eerlijke informatie, zodat geen enkele ouder kan zeggen niets geweten te hebben van mogelijke problemen in de puberteit en op latere leeftijd. De Raad van Kinderbescherming doet bij aanstaande adoptieouders ook een gezinsonderzoek. Daarbij worden soms kritische vragen gesteld over de christelijke opvoeding. Dwingt de christelijke opvoeding adoptiekinderen niet in een bepaalde richting? Natuurlijk kan dat vanuit het gezichtspunt van een niet-christen zo lijken. We leven immers in een seculiere maatschappij, die steeds meer heeft afgerekend met de normen van Gods Woord.

 

Hechting

,,Wij kregen uit Gods hand vier kinderen. Ze komen uit Taiwan en zijn aan onze zorgen toevertrouwd,” vertelt ds. Brugge. „Op dit moment zijn onze twee dochters Joe-Lize en Janne-Lin 13 en 11 jaar. De jongsten, Joran en Jonathan, zijn biologische broers van 9 en 8 jaar. Tot onze verwondering verliep de hechting voorspoedig. Juist deze factor, die van de hechting, is variabel. Vragen die daarbij een rol spelen, zijn onder andere: wat heeft het kind in het land van herkomst meegemaakt? Hoe is zijn of haar karakter? Het is voor adoptieouders heel goed  om voor ogen te houden dat er nooit meer uit het adoptiekind komt dan er biologisch is meegegeven. Bij veel adoptiekinderen is over die achtergrond weinig of zelfs niets bekend. Wij gaan ervan uit dat adoptiekinderen er mogen zijn zoals ze zijn, ongeacht hun verleden.”

 

Stormen van het leven

Over het algemeen gesproken stellen alle adoptiekinderen wel vragen over het feit dat ze  anders zijn en over hun afkomst. In de puberteit komen er nog veel meer vragen. Het zijn veel diepere vragen die op weg naar de volwassenheid tot soms heftige stormen leiden. Ze hebben vragen over hun land, hun afkomst en over de reden van het afgestaan zijn ten behoeve van adoptie. Het zijn vragen die heel persoonlijk worden beleefd. „Hierbij wil ik wel uitdrukkelijk zeggen dat de beleving hiervan voor elk adoptiekind verschillend is. De een zal bijvoorbeeld het verlangen kennen om naar zijn geboorteland te gaan en familieleden op te sporen, terwijl een ander dat helemaal niet heeft,” aldus ds. Brugge.

 

Er voor de kinderen zijn, dat is de taak van ouders hierin, volgens ds. Brugge. „We mogen proberen voor te leven wat de diepste drijfveren van ons als ouders zijn. Hoe onze vier kinderen de weg naar de volwassenheid zullen ondergaan, weten we niet. Zowel ons leven als dat van hen ligt in Gods hand. Hoewel het voor sommige ouders moeilijk te bevatten is, zijn alle kinderen, ook geadopteerde, veiliger in Gods hand dan in die van mensen en zelfs van ouders. Dit loslaten kan pijn doen en soms hartverscheurend zijn. Veel adoptieouders hebben het momenteel moeilijk met ontsporende en gedragsproblematische jongeren. De pijn is groot als je ziet dat je kinderen soms zo het spoor bijster zijn, terwijl je vast hebt mogen geloven dat de Heere Zelf de weg naar de adoptie heeft geleid. Vertwijfeling, diep verdriet en wanhoop wisselen zich af bij deze ouders. In het pastoraat probeer ik vooral naast deze mensen te staan, te luisteren en er te zijn voor ouders en familieleden. Er zijn ouders die het moeilijk hebben met de gedachte dat de buitenwereld kritischer kijkt naar hun gezin dan naar andere gezinnen in de gemeente. Zij worstelen met het idee dat ze gefaald hebben en de vraag of ze er wel goed aan hebbengedaan om te adopteren?  Ze lopen op hun tenen, omdat ze het idee hebben geen fout te mogen maken. Dat wreekt zich vroeg of laat! Voor deze ouders en hun geadopteerde kinderen is vaak professionele hulp nodig. En wat een verdriet: in enkele gevallen worden kinderen uit huis geplaatst. Dan is pastorale zorg dubbel zo hard nodig!”
Dit is een selectie uit een artikel dat eerder verscheen in de GezinGids