„Iedereen kan boer worden.” Wim Thomassen is er helder in. De overdracht van zijn bedrijf aan schoonzoon Dirk ziet hij met vertrouwen tegemoet. De financiële kant van het verhaal is volgens Wim niet het belangrijkste. Het nemen van de emotionele horde, het afstand doen van je bedrijf, is veel lastiger.
Gelukkig zijn Wim en Dirk er goed uit gekomen. Openhartig vertellen ze hoe ze het aanpakten.
Vijftien jaar geleden startten Wim Thomassen (50) en zijn vrouw Annie (49) een kalvermesterij in het Utrechtse Overberg. De zaken gingen goed. De boerderij breidde uit. Het bedrijf telt nu 1.400 kalveren. Zeven jaar geleden namen Wim en Annie er ook biologische legkippen bij – de teller staat nu op 27 duizend stuks. Hiervoor kochten zij grond bij de buren. Onlangs namen ze ook biologische geiten voor de opfok. „Het werd allemaal wat veel,” blikt Wim terug. Uiteindelijk werd het besluit genomen om in het gezin te kijken of er belangstelling was voor opvolging. Maar als je zes kinderen hebt, hoe pak je dat dan aan?
Pa bouwt af
Wim en zijn vrouw trommelden alle kinderen op en legden hen de plannen voor. Pa wil afbouwen, wie heeft er interesse? De kinderen kregen een maand de tijd om erover na te denken. Uiteindelijk gaven vier kinderen – waaronder de twee jongsten van 11 en 13 jaar – aan dat ze niet met het bedrijf verder wilden. De jongste jongens hebben ook nog niet de leeftijd hebben om er nu al een afgewogen antwoord op te kunnen geven. Schoonzoon Dirk (24) en dochter Nelleke (24) zagen het daarentegen wel zitten om vaders bedrijf voort te zetten. Voor Dirk ging er een lang gekoesterde wens in vervulling. Hij had de agrarische school in Barneveld afgerond, werkte bij een kalvermesterij in Overijssel en had altijd al een zwak voor het boerenbestaan.
Wim vindt het belangrijk dat je de tijd neemt voor je kinderen. „Een bedrijfsovername is ingrijpend. Begin er dan ook op tijd aan. Als één kind twijfelt, wacht dan even. Iedereen moet echt zijn keuze hebben gemaakt. Bij ons is het dus niet zo dat de race nu helemaal is gelopen. Stel dat een ander kind in de toekomst zegt toch met het bedrijf te willen doorgaan, dan kunnen we nog zien wat de mogelijkheden zijn.” Wim denkt in zo’n geval aan bedrijfssplitsing. Het ene kind gaat bijvoorbeeld verder met de kalveren, de ander met de kippen en de geiten. De stallen staan nu al op verschillende plekken, dus dat maakt zo’n eventuele verdeling er alleen maar makkelijker op.
Schoonzoon bouwt op
Dirk, die begin dit jaar met Nelleke naar Overberg verhuisde, is nu in loondienst bij zijn schoonvader. Hij is blij dat alle kinderen dezelfde kans voor bedrijfsovername kregen. „We hebben allemaal ja of nee kunnen zeggen. Dat is door iedereen gewaardeerd,” vertelt hij. Zo’n open houding is noodzakelijk; het voorkomt dat je achteraf scheve gezichten krijgt.
Dirk ziet het helemaal zitten. Vier jaar werkte hij in loondienst en dan nu de kans om eigen baas te worden! Dat betekent een heel ander leven; lange dagen maken, altijd voor je dieren klaarstaan en verantwoordelijkheid dragen voor het zakelijke reilen en zeilen. Kan iedereen dat zomaar? Dirk denkt van niet. Het vraagt nogal wat kennis en inzicht om boer te zijn. Belangrijk is ook wat je ervoor over hebt. „Als je écht wilt, kan er veel. Het is maar net waar je grens ligt. Ik zie het boerenwerk absoluut niet als een probleem. Het is ook een hobby. Mijn uren houd ik niet bij, om maar een voorbeeld te geven.” Boer-zijn is een leefwijze. „Aan de ene kant heb je veel vrijheid, aan de andere kant zit je ook weer aan je werk vast. Die combinatie maakt het zo mooi.”
Financiële overdracht
Bij een bedrijfsovername komen heel wat fiscale vraagstukken om de hoek kijken. Kinderen en ouders beginnen aan een lang traject. Eerst treedt het kind dat het bedrijf wil overnemen toe tot een samenwerkingsverband. Dat wil zeggen dat hij op het boerenbedrijf komt werken. Vaak werkt hij dan ook nog buiten het boerenbedrijf om wat extra vermogen op te bouwen. Dat geld is nodig om het bedrijf uiteindelijk over te kunnen nemen.
Het overnametraject duurt minimaal tussen de vijf en tien jaar. Veel is afhankelijk van de leeftijd van de ouders. Wat willen en kunnen ze nog? Daarnaast is bepalend hoeveel inkomen de ouders na de overname nodig hebben. Als ze op een pensioengerechtigde leeftijd zijn, is het een heel ander verhaal dan wanneer ze voor die leeftijd zouden willen stoppen. In het laatste geval moet het kind veel meer bijdragen.
Bedrijfsovername is moeilijk omdat het kapitaalintensief is. Er zit veel vermogen in het bedrijf en als boer verdien je relatief weinig. Er moet vaak heel wat vermogen van ouders naar kind worden doorgeschoven. Hiervoor zijn speciale fiscale regels in het leven geroepen. Eén daarvan stelt dat ouders ruim een miljoen euro aan vermogen onbelast mogen doorschuiven naar het kind dat het bedrijf gaat overnemen. Zulke regelingen zijn nodig om een overname haalbaar te maken. Maar als je meerdere kinderen hebt, is het wel belangrijk om hierin open kaart te spelen en de zaken goed vast te leggen (zie kader).
Emotionele overdracht
Pa is vaak degene die het bedrijf heeft opgebouwd. Om er ineens afstand van te doen, is een grote stap. Het voelt vaak aan alsof hij afscheid moet nemen van ‘zijn kindje’. Wim vond het ook moeilijk. Voordat hij zijn kinderen over zijn plannen om af te bouwen inlichtte, ging hij bij zichzelf na of hij het bedrijf wel kón loslaten. „Als je denkt dat je dat niet kunt, moet je je bedrijf niet eens aan je kind willen overdoen. Laat je kind dan maar ergens anders gaan werken, anders komt het niet goed. Dan krijg je ruzie.”
Vaak is de zoon namelijk wat ambitieuzer dan vader; hij wil bijvoorbeeld gaan investeren terwijl vader veel behoudender is en dit afraadt. Op zo’n moment wordt de zoon beperkt in de bedrijfsvoering. Dat is niet goed.
Wim denkt dat hij het wel los kan laten. „Ik probeer er nu al vorm aan te geven door er bewust mee bezig te zijn. Je weet inmiddels van jezelf wel een beetje hoe je in elkaar zit. Ook hebben we een persoonlijkheidsscan gedaan zodat je van jezelf weet wie je bent en hoe je in een team functioneert. Daar leer je veel van. Dat is nodig ook. Want als je jezelf niet kent, ken je je bedrijf ook niet. Je moet je eigen verbeterpunten willen zien.”
Wim stoot voorzichtig wat verantwoordelijkheden af. Dirk neemt nu bijvoorbeeld al de geiten voor zijn rekening. „Een beetje overgave daarin en vertrouwen hebben in elkaar is belangrijk. Anders komt het niet goed.”
Dit artikel gaat verder in de GezinsGids van 17 juli 2014