Met het ouder worden komen de problemen en, als men daarmee naar de dokter gaat, ook de medicijnen. Juist omdat de klachten vaak chronisch van aard zijn, is het medicijngebruik ook langdurig.
Dat leidt ertoe dat bijna de helft van alle ouderen te maken heeft met polyfarmacie. Dat is de term die gebruikt wordt als meerdere medicijnen worden geslikt. Met alle risico’s van dien. Wanneer spreken we van polyfarmacie? Hoeveel verschillende medicijnen moet een oudere dan gebruiken? In Nederland is hiervan sprake als iemand vijf of meer geneesmiddelen per dag slikt. Iemand die een bloedverdunner gebruikt, twee verschillende tabletten voor de suiker, een cholesterolverlager, een plastablet en een slaaptablet, krijgt het etiket polyfarmacie opgeplakt.
Hoewel het niet voor alle ouderen geldt, zijn het voornamelijk de hoogbejaarden die veel medicijnen gebruiken. Van de ouderen van 65 tot 75 jaar gebruikt ongeveer veertig procent meer dan vijf verschillende medicijnen per dag. Van de 75-plussers is dit meer dan de helft. Twintig procent van deze groep gebruikt zelfs meer dan tien verschillende medicijnen. Dat is een forse groep en een fors aantal medicijnen.
Chronische ziekten
De reden dat ouderen soms veel medicijnen gebruiken, is niet moeilijk te raden. Ouderen hebben namelijk last van chronische ziekten, zoals aderverkalking, vernauwing van de kransslagader, hoge bloeddruk, maagpijn, suikerziekte of reuma. Voeg daarbij een matige stoelgang, een beetje incontinentie en slapeloosheid en het aantal medicijnen loopt op tot tien of hoger. In Nederland is onderzocht welke medicijnen het meest door ouderen worden geslikt. Het blijkt dan inderdaad te gaan om middelen tegen genoemde aandoeningen. Zestig procent slikt bloedverdunnende middelen. Bijna de helft gebruikt een cholesterolverlager. Eén op de vijf gebruikt medicijnen tegen suikerziekte. Daarnaast worden maagzuurremmers, laxeermiddelen en kalmeringsmiddelen veelvuldig voorgeschreven.
Natuurlijk worden al deze middelen voorgeschreven ter bevordering van de gezondheid van de ouderen. Maar werken de medicijnen altijd zo? De praktijk bewijst dat mensen slordiger innemen, naarmate het aantal tabletten toeneemt. Iemand die maar één tablet per dag behoeft te slikken, doet dit redelijk trouw. Zodra het twee verschillende tabletten worden op twee verschillende tijden, bijvoorbeeld ‘s morgens en ‘s avonds, neemt de therapietrouw af. Wanneer het om vier verschillende medicijnen gaat, blijkt dat vijftig procent minder trouw de tabletten inneemt. Soms bewust, omdat iemand vaak moet plassen vanwege die hinderlijke plastablet; soms onbewust, omdat het per ongeluk wordt vergeten.
Overdrachtfouten
Wanneer ouderen in het ziekenhuis worden opgenomen of vanuit een ziekenhuis naar een verpleeghuis gaan, gaat er nog weleens wat mis in de medicijnoverdracht. Op het handgeschreven papiertje van de bejaarde staan soms niet alle medicijnen vermeld, of de specialist vermeldt alleen de namen van medicijnen die hijzelf heeft voorgeschreven of veranderd. Uit de boodschappentas vol medicijnen blijkt dat ouderen soms nog veel meer medicijnen slikken dan in de overdracht staan opgesomd.
Vandaar dat het raadzaam is dat ouderen een duidelijk overzicht hebben met daarop de namen van alle medicijnen, de sterkte en in innametijden. Dat voorkomt fouten bij acute opname in een ziekenhuis of andere instelling.
Deze fouten bij opname of ontslag hebben ertoe geleid dat er een landelijke richtlijst is opgesteld onder de titel: ‘Overdracht medicatiegegevens in de keten’. Artsen zijn verplicht, zodra iemand bijvoorbeeld in een verpleeghuis wordt opgenomen, om binnen 24 uur duidelijk te hebben wat hij of zij slikt. Pas dan mag de arts veranderingen aanbrengen.
Problemen
Patiënten met polyfarmacie hebben een grotere kans op bijwerkingen en interacties. Iemand die chronisch pijnstillers slikt, zoals ibuprofen of diclofenac, loopt het risico op maagklachten. Gebruikt hij of zij ook nog bloedverdunners, dan kan er een maagbloeding optreden. Om dat te voorkomen geeft de arts meestal een maagbeschermd middel, dus weer een extra medicijn.
Uit onderzoek blijkt dat in Nederland ouderen regelmatig om deze reden in het ziekenhuis worden opgenomen. Door een verkeerde interactie tussen de verschillende medicijnen komt de patiënt in problemen. De nieren raken ontregeld, de bloedverdunning gaat uit balans of men breekt een heup als gevolg van de rustgevende medicijnen.
De vraag wat een oudere zelf kan doen tegen polyfarmacie, is niet eenvoudig te beantwoorden? Uiteindelijk schrijft de arts een medicijn voor en die weet wat goed is. Dat laatste is waar, maar wanneer de huisarts u volledig conform de landelijke richtlijnen zou behandelen, neemt het aantal medicijnen eerder toe dan af.
Misschien moeten we in Nederland iets minder in medicijnen ‘geloven’. Veel ouderen overschatten de werking van geneesmiddelen. Niet zelden knapt een oudere op, wanneer het gebruik van diverse medicijnen wordt gestaakt.
Stelling: Er worden te veel medicijnen gebruikt in Nederland.