orgel

De wijze waarop organisten bijdragen aan het zingen in de eredienst is van groot belang. Vermeerdering van kennis op het gebied van gemeentezang is daarbij onontbeerlijk. „Ook bij jarenlange ervaring als kerkorganist blijft dat noodzakelijk,” is de mening van Piet den Uil.

 „Door middel van workshops probeer ik organisten te begeleiden bij hun taakuitoefening ten dienste van de gemeente.” En daar komt heel wat bij kijken. Rondom de orgelbank zijn ze druk met elkaar in gesprek. Drie organisten buigen zich over de tekst van hun psalmboek om te bespreken welke emoties er naar voren komen in de psalm die ze gaan spelen. Workshopleider Piet de Uil volgt hun verrichtingen van nabij en geeft verschillende aanwijzingen. In allerlei gesprekken merkte hij dat er bij kerkorganisten verschillende inzichten zijn over zaken die verband houden met de begeleiding van de gemeentezang. „Regelmatig betrof het de relatie tussen de tekst en de muziek, maar ook ging het over het tempo van het zingen.

 

Een andere keer waren het weer de manier van begeleiden, de gebruikte voorspelen of de gekozen registraties die stof tot discussie gaven. Onderling wordt door organisten weinig over dit soort zaken gesproken. Zelfs niet door organisten die aan dezelfde kerk verbonden zijn en daarbij als team behoren te fungeren. Daar merk ik tenminste weinig van. Kennelijk is er weinig behoefte aan onderling contact. Dat is jammer. Vooral door het voeren van muziekinhoudelijke gesprekken kunnen ze juist zo veel van elkaar leren.” Al deze zaken zetten Den Uil aan het denken en leidden tot de conclusie dat een doelgerichte ontmoeting tussen organisten onderling voor hen allen een belangrijke meerwaarde kan hebben. „Ook kerkenraden moeten hierbij betrokken worden. Zij zijn immers de ‘werkgever’ van de organisten.”

 

Meer nodig
Van jongs af aan hield Piet den Uil zich bezig met muziek. Als organist en dirigent, maar dat niet alleen; ook op allerlei andere manieren deed hij vaardigheden op en verrijkte hij zijn kennis op muzikaal terrein. Meer dan voldoende om een opbouwende rol te kunnen spelen in het begeleiden van kerkorganisten
bij hun functioneren in de eredienst. „Het zijn geen orgellessen. Van iedere kerkorganist mag verwacht worden dat hij over voldoende vaardigheden beschikt om een kerkorgel te bespelen. Om goed te kunnen functioneren in de eredienst is echter meer nodig. Dat wil ik graag aan de orde stellen.” Samen met de collega-organisten Johan van Sligtenhorst en Henk van Zetten nam Pieter van Dam in het kerkgebouw van de Gereformeerde Gemeente in Opheusden deel aan de drie uur durende workshop. „De tijd vliegt voorbij en als je niet oppast ben je alleen al drie uur bezig met het bespreken van gespeelde voorspelen. Daar moet je voor waken, want er is meer wat de aandacht moet krijgen. Heel prettig vond ik de open sfeer en de manier waarop wij met elkaar omgingen. Wij leerden van elkaar en de adviezen die Piet den Uil ons gaf waren echt verrijkend. Omdat de tijd te kort was, hebben wij met hem afspraken gemaakt voor een vervolg.” „We experimenteren veel met verschillende registraties” Pieter van dam Workshopdeelnemer Zouden de kerkgangers in Opheusden ook iets gemerkt hebben van de gevolgde workshop? Van Dam sluit het niet uit. „In elk geval experimenteren wij meer met verschillende registraties. De tekst van de psalm moet tot uitdrukking komen in voor- en naspel: ingetogen bij een bedepsalm, juichend bij een lofpsalm. Voorheen registreerden we bij een naspel bijna altijd terug en werd het volume in enkele seconden afgebouwd. Nu laten we bij een lofpsalm de tekst in het naspel nog wel eens naklinken door het volle werk gewoon te laten staan.”

 

Ondergeschikt
Aan de hand van praktijkvoorbeelden en opgedane ervaringen, probeert Den Uil de nadruk te leggen op verdieping van kennis. Hij laat de deelnemers met elkaar praten. „Als workshopleider is het mijn taak om verder door te vragen en zo nodig duimschroeven aan te draaien of ‘ontsnappingspogingen’ te blokkeren. Ik probeer de deelnemers vooral te wijzen op het zien van een compositie en het spelen ervan in termen van sferen, taferelen en tekeningen. Bestudeer de tekst en verklank algemene termen als vrolijkheid, angst en dergelijke op tekstinhoudelijk niveau. Wat je als lezer van een psalm voor je ziet en in toonhoogte of beklemtoning beleeft en al sprekende uitdraagt, moet je als organist net zo spelen. Dat kan aankondigend, lofprijzend, droefgeestig of biddend zijn.” Iedere organist heeft zijn eigen stijl van spelen. De één is ingetogen en een ander is zeer uitbundig in zijn spel. Sommige organisten spelen het liefst in romantische stijl. Anderen geven weer de voorkeur aan een barokke stijl. „Ik hoor voorspelen van Worp, Vogel, Stam, Zwart, Sanderman, Niewenhuijse en noem maar op. Ook worden door de deelnemers zelf geïmproviseerde voorspelen gebruikt. Daar is iedereen vrij in,” verteltDen Uil. „Iedere deelnemer wordt bejegend naar eigen kennen en kunnen. Wel wijs ik er altijd op dat karakter en stijl van iedere organist te allen tijde ondergeschikt dienen te zijn aan karakter en stijl van de eredienst en de daarin te zingen psalmen.”

  

  Exegese

orgel2In de loop van 2010 gingen onder leiding van Den Uil een aantal workshops van start. De eerste vond plaats rondom de orgelbank in het kerkgebouw van de Gereformeerde Gemeente in Hendrik Ido Ambacht, waaraan hij zelf 27 jaar lang als organist verbonden was. Meerdere andere kerkelijke gemeenten volgden: Opheusden, Westkapelle, Oostkapelle, Middelburg-Zuid, Werkendam en Tholen. Andere gemeenten staan nog op het programma. „Ik probeer zoveel mogelijk te werkenmet een organistenteam van één en dezelfde kerk, maar het kan ook met een samengesteldegroep. Dat was bijvoorbeeld in Dordrechthetgeval.Door vooreen workshopte kiezen, verplichtje je niet toteen reeks orgellessenof een langdurige cursuskerkelijk orgelspel. Bovendien werk je meestal in de vertrouwde sfeer van de eigen orgelbank en de eigen collega’s.”Tijdens de workshop wordt er gewerkt aande hand van een door Den Uil toegezondenpsalmbriefje. Op die manier kan men zichthuis al voorbereiden op de denkbeeldige kerkdienst. „Iedereen speelt een aantal voorspelen en koralen en daarna worden de indrukken en bevindingen van de toehoorders uitgewisseld. Ik kanaliseer dan het gehoordedoor allerlei aspecten van kerkmuziek voor het voetlicht te brengen. Alleen als dat nodig is, speel ik iets voor.In de daarop volgende gedachtewisseling komen allerlei vragen aan de orde. Waarom werd er voor een bepaald voorspel gekozen? Was het in overeenstemming met de tekst van de psalm? Waarom werd het qua registratie en tempo op deze wijze uitgevoerd en werd voor deze begeleidingsstijl gekozen? Aan de hand van de vragen komen we vanzelf op allerlei belangrijke kernpunten: wat zegt de psalmtekst? Of wat is spelen ‘naar het hart van Jeruzalem’? Ook andere vragen over bijvoorbeeld de verhouding van de organisten met de kerkenraad of over opmerkingen van gemeenteleden komen aan de orde.

  

`Alles is bespreekbaar`

Verrijkend Joost de Keijzer is organist van de Christelijke Gereformeerde Kerk in Werkendam. Met een aantal andere organisten nam hij deel aan de workshop. „Toen ik werd benaderd voor deze workshop was ik meteen enthousiast. Het leek mij wel wat om het orgelspel van jezelf en je collega’s door iemand van buitenaf te laten beoordelen. Soms merk ik dat er een bepaalde sleur in het orgelspelen zit, waardoor je niet meer kritisch naar je eigen spel kijkt. De workshop heeft eraan bijgedragen dat ik mij bewuster ben gaan voorbereiden op de zondagse erediensten en bepaalde punten uit de workshop ben gaan toepassen in mijn orgelspel. Ook de kerkenraad van onze gemeente stond positief tegenover de workshop. Als organisten hebben we voorheen zelden bij elkaar gezeten om van gedachten te wisselen. Het kan de kwaliteit van het orgelspel tijdens de eredienst alleen maar ten goede komen,” vindt de organist. Ook ouderling P. Klop van de Gereformeerde Gemeente in Hendrik Ido Ambacht heeft de workshop meegemaakt. „Als kerkenraad willen wij niet alleen de contacten tussen de organisten bevorderen, maar ook de ontwikkeling van het orgelspel binnen onze gemeente. Ik vind het belangrijk dat je ook als contactpersoon vanuit de kerkenraad iets weet van gemeentezangbegeleiding en kerkmuziek. Den Uil weet de onderwerpen op een boeiende en interactieve wijze te behandelen. Het was heel leerzaam en nuttig om samen met onze organisten stil te staan bij alle facetten die van belang zijn om als organist goed te kunnen functioneren in de eredienst.” Voor workshopleider Piet den Uil dus nog genoeg werk aan de muzikale winkel en aan hem zal het niet liggen. „Ik ben van plan om mijn workshopbijeenkomsten nog verder landelijk uit te zetten. Misschien komt er zelfs nog eens een soort handboekuit voort waarin alleinformatie productief gemaakt wordt.” Hetzal de gemeentezang inde verschillende kerkenzeker ten goede komen.

Interesse in deelname? Voor meer informatie over de workshops voor organisten: Tel. 0181-694471 e-mail: pcdenuil@live.nl

 

Stelling: De persoonlijke voorkeuren van de organist mogen op geen enkele wijze de invloed hebben op de manier taakuitoefening in de eredienst.