Tekst C.A. Schipaanboord-de Vos Beeld Anneke Vat-Pul
Ze heten alle drie Kooistra, zijn 29 jaar en verhuisden allemaal naar de Friese Wouden, waar hun moeders juist oorspronkelijk vandaan komen. „Het is heel bijzonder dat mijn kinderen opgroeien in Damwâld (Damwoude), waar m’n moeder ook veel stappen gezet heeft,” vertelt Margriet Kooistra-de Haan (29). Henriëtte Kooistra-Duel (29): „Iedereen hier kende mij al. Ze zeiden dan op z’n Fries: ‘Jij bent er één van Rika!’.” Af en toe was het wel wennen, zoals aan sommige Friese gewoontes, maar inmiddels zijn ze helemaal ingeburgerd. Lisette Kooistra-Frens: „We wonen hier met veel plezier!”
Hun moeders groeiden op in de Fryske Wâlden, maar verlieten deze regio in verband met hun huwelijk of werk. Lisette, Margriet en Henriëtte trouwden allemaal met een Fries en verhuisden naar de Wouden, waar hun moeders opgroeiden. „Dat is heel bijzonder,” vindt Lisette.
Margriet: „Als ik in het dorp of de wijdere omgeving loop, denk ik vaak aan m’n moeder. Zij zette hier heel wat stappen en nu woon ik hier en groeien mijn kinderen hier op. Wat zouden mijn pake en beppe dit ook mooi gevonden hebben! De hele familie had dit vooraf nooit kunnen bedenken. Het is bijzonder hoe dingen soms lopen,” vertelt ze. „We kerken alle drie ook in dezelfde kerk waar onze moeders zaten. Ik weet van vroeger nog precies waar wij altijd met pake en ons gezin in de kerk zaten. Ik zie m’n man Johan en zijn gezin ook nog zo zitten in de kerk. We waren toen allebei schoolkinderen, niet wetend dat we later zouden trouwen en samen in deze kerk zouden zitten. Ik voelde me altijd al verbonden aan deze gemeente en kende al heel wat gezinnen van gezicht en naam.”
Paardendagen
Henriëtte merkte dat vooral veel mensen háár al kenden toen ze naar Friesland verhuisde. „Mensen zeiden op z’n Fries tegen mij: ‘Jij bent er één van Rika!’ Zelf kende ik de meeste mensen nog niet. Mijn moeder kende mijn man Jan Thomas al vanaf dat hij baby was, dus dat voelde voor haar meteen vertrouwd aan. Zij kende ook precies alle familieverbanden hier al, terwijl ik dat nog moest uitvinden. Ik vind het heel bijzonder dat ik nu dicht bij m’n beppe woon. Als ik m’n fotoboeken van vroeger bekijk, kom ik veel foto’s tegen van deze regio. Zo gingen we in de zomervakantie vaak naar Friesland als de Paardendagen waren in Driesum-Wouterswoude. Op een paar oude fietsen van pake en beppe reden we alle hindernissen af. Nu vinden onze kinderen dit ook geweldig om te doen.”
Ook Margriet heeft zulke herinneringen. „Zo had mijn pake een soort groentetuin in Damwâld. Elke zomer gingen we mee om rode bessen te plukken. Ik leerde veel van m’n pake. Wat zou ik hem graag willen laten zien dat ik hier nu woon met Johan en de kinderen!”
De dames zijn allemaal getrouwd met een ‘Kooistra’, een echte Friese naam. Henriëtte: „Maar onze mannen zijn niet allemaal familie van elkaar. De mannen van Lisette en mij zijn neven. De man van Margriet komt van een andere tak Kooistra’s.”
In shock
Ondanks dat ze al diverse Friese contacten hadden, vonden de dames het best een stap om naar Friesland te verhuizen. „Ik kom uit Nunspeet en zei altijd dat ik nooit zou verhuizen, omdat Margriet en Nunspeet bij elkaar horen. Maar de vonk sloeg over en Johan heeft een eigen meubelzaak in Damwoude. Die verhuis je niet zomaar even naar Nunspeet,” lacht Margriet. „Daarom zat er niets anders op dan dat ik zou verhuizen. Ik bouwde veel op in Nunspeet en moest er niet teveel bij nadenken wat het inhield om dat achter te laten.”
Lisette, die ook uit Nunspeet komt, vertelt: „Ik herinner me nog goed dat Johan en jij op een avond aan vrienden van de kerk vertelden dat jullie in Friesland zouden gaan wonen. Ze waren helemaal in shock. Toen Gerrit en ik even later dezelfde mededeling deden, snapten ze er helemaal niets meer van.”
Henriëtte herkent het en moet lachen. „Mensen dachten dat ik naar het einde van Nederland verhuisde. Maar Damwoude heeft veel voorzieningen en het stadje Dokkum ligt op vijf minuten afstand. Oorspronkelijk woonde ik in Langerak, maar daar had je helemaal niets,” vertelt ze. „Toen Jan Thomas voor het eerst bij mij thuis arriveerde, was hij verbaasd. Hij verwachtte tussen de flats terecht te komen, maar de omgeving leek best op Friesland.”
Heb de griep
De eerste periode in Friesland vond Henriëtte best pittig. „Zeker na de geboorte van onze oudste. Na fulltime werken kom je opeens vier maanden thuis te zitten. We woonden toen in Hardegarijp, maar daar voelde ik me best eenzaam. Inmiddels verhuisden we naar Damwoude waar de familie woont en onze kerkelijke gemeente is. Ik heb nu meer mensen om me heen en meer activiteiten. Dat scheelt veel. Overigens konden onze vrienden ‘Hardegarijp’ of Hurdegaryp moeilijk onthouden en ze noemden het: ‘heb de griep’.”
Lisette voelde zich meteen al thuis in Friesland. „Eerst woonden Gerrit en ik een jaar op de Veluwe. Maar Gerrit miste Friesland en toen was de keuze om terug te verhuizen gauw gemaakt. Ik vond het erg om m’n familie en werk achter te laten, maar had gelukkig snel een nieuwe baan hier. Verder konden we hier een gezellig vrijstaand huis kopen met een stukje grond erbij. Het is een klein waldhuske, een arbeiderswoning in de noordelijke Friese Wouden. Op de Veluwe is dat niet te betalen. Doordat m’n moeder hier vroeger woonde, was Friesland geen onbekende plek voor mij. We zochten destijds regelmatig onze pake en beppe op. Ook de Friese taal kon ik in grote lijnen al snel volgen. Dat scheelde veel.”
Het complete interview verscheen in de GezinsGids van 8 april 2021 jl.