Barbed-Wire-5Christenen hebben net zo veel rechten als een ander. Daarom is het normaal als ze niet vervolgd worden. Christenen die in Noord-Korea, Saoedi-Arabië, Somalië en nog een aantal van zulke achtergebleven landen wonen, hebben pech. Die wonen toevallig helaas op een verkeerde plaats.’ Denken wij ook zo?

Boentjan, een anonieme briefschrijver, werd samen met twee andere christenen in Laos gevangengezet. Hun christelijke activiteiten werden gezien als politieke actie. Ze werden veroordeeld tot vijftien jaar gevangenisstraf. Boentjans vrienden zijn al overleden als gevolg van de barre omstandigheden in de gevangenis. Hij moet zelf nog zeven jaar. Hij weigert zijn Heiland te verloochenen.

Chan, eveneens in Laos, schrijft vanuit de gevangenis: ‘Het is hierbinnen heet en vies. We zitten met veertien mannen in een cel van drie bij vier meter, maar God is goed. Er komen hier mensen tot geloof. We zijn nu al met zes mannen, met wie ik elke morgen begin met gebed. Ik wil niet naar een andere cel, want ik bemerk dat ik deze plaats van God heb gekregen.’

In een brief uit Mogadishu, de hoofdstad van Somalië, staat: ‘Het Evangelie heeft mijn pad verlicht. Ik heb een dorst die gelest moet worden. Zend me alstublieft een boek waaruit ik kan leren over het gebed.’ Vier jaar later werd de schrijver van deze brief op weg naar zijn werk door twee moslims doodgeschoten. Hij was in die vier jaar verschillende Somaliërs tot zegen geweest.

Erfenis

Boentjan, Chan en vele anderen lezen in hun Bijbel: ‘En ook allen die godzaliglijk willen leven in Christus Jezus, die zullen vervolgd worden’ (2 Tim. 3:12). Ze weten dat de wereld eerst de Heere Jezus heeft gehaat en dat zij zich er niet over moeten verbazen dat ze ook gehaat worden. Dat hoort, evenals de vergeving der zonden en het eeuwige leven, bij de erfenis die Hij hun nagelaten heeft. Ze voegen aan deze tekst geen woorden toe als soms, misschien of in sommige landen. Ze lezen de tekst zoals die daar letterlijk staat: ‘Allen, die godzaliglijk willen leven.’ Wie deze dingen niet wegslikt met een lekker bakje koffie of met een goed glas wijn, maar ze tot zich laat doordringen, kan maar tot één conclusie komen. Niet de christenen in communistische, islamitische, boeddhistische of hindoeïstische landen vormen de uitzondering op de Bijbelse regel, maar wij hier in het westen!

Als we eenmaal zo ver zijn, dat we dit gaan beseffen, komen we als vanzelf tot de vraag: wat kunnen wij leren van de vervolgde kerk en van de christenen die zo fel vervolgd worden dat hen zelfs verhinderd wordt een ondergrondse huisgemeente te stichten?

 

Kruis dragen

Vervolgde christenen willen geen vriend van de wereld zijn. Ze beseffen dat het waar is wat Jakobus schrijft: ‘Zo wie dan een vriend der wereld wil zijn, die wordt een vijand Gods gesteld’ (Jak. 4:4). Die scheiding tussen kerk en wereld beleven ze heel absoluut. Daarin zijn ze heel radicaal. Hun vervolgers zijn in hun ogen heel ongelukkig, want het zijn vijanden van God. Daarom doen ze er ook alles aan om een middel tot bekering voor hun verdrukkers te zijn. Ze beleven het: alleen wie de Heere Jezus kent, is écht gelukkig, ondanks vervolging. Alle andere mensen zijn ongelukkig. Zouden we deze mensen het ware geluk niet gunnen? Ze brengen daarbij in de praktijk: ‘Zegent hen die u vervloeken’ (Matth. 5: 44).

Wij zeggen nogal eens: ieder huis heeft zijn kruis. De een heeft te kampen met armoede, de ander met ziekte, een derde met werkloosheid. Zij weten dat de Heere Jezus gezegd heeft: ‘Wie achter Mij wil komen, verloochene zichzelf, neme zijn kruis op en volge Mij’ (Matth. 16:24). Maar… dat is wel het kruis van de zelfverloochening om Christus’ wil, het kruis dat het gevolg is van het volgen van de Heere Jezus. Als wij dan ons leven naast hun leven plaatsen, kunnen we leren dat veel van de tegenslagen die wij kruisen noemen geen kruisen zijn in Bijbelse zin. Wie zo’n kruis heeft te dragen, mag zich daarin gesteund weten door Gods beloften. Mede daarom verlangen vervolgde christenen zo naar het bezit van een Bijbel. Als er gevraagd wordt wat wij in het westen voor hen kunnen doen, dan antwoorden ze steevast: Bid voor ons en stuur ons Bijbels. Ze geloven rotsvast in de kracht van het Woord en de kracht van het gebed. Wij ook?

Bron: P.J. Vergunst (red.): Vervolgd om Christus’ wil, Groen. Heerenveen