Hij kwam ter wereld in de Sovjet-Unie, maar groeide op in het onafhankelijke Moldavië. Vitalie Pupazan (36) was acht jaar oud toen de muur viel en het land een nieuwe toekomst zag. Hij wordt als directeur van YFC Moldavië echter iedere dag geconfronteerd met een andere realiteit. „Dit land heeft weinig kans.”
Hij groeide op in een dorpje in het zuiden van het land, ruim drie uur rijden van Chisinau. „Ik kan me als kind nog twee winters herinneren waarin we écht honger hadden. Graan was toen ons enige voedsel. We aten het als een soort waterige rijst, door het lang te koken. Voor de smaak deden we er soms wat bloemen doorheen.”
Geen beleid
Al jarenlang gaat het economisch slecht met Moldavië. Daarom werken veel mensen in het buitenland. „Eerst alleen de vaders. Toen kwam het geld in ieder geval nog in onze economie terecht. Maar zeker de laatste jaren vertrekken ook vrouwen. Kinderen blijven soms alleen achter of worden door grootouders opgevoed.”
Vitalie ervaart de gevolgen hiervan aan den lijve als directeur van Youth for Christ in Moldavië. In de bijna veertig dagopvangcentra, die de organisatie samen met lokale kerken runt, komen veel kinderen uit dergelijke probleemgezinnen.
Vitalie is bewogen met de toekomst van de komende generaties: „Jongeren hebben nauwelijks toekomst en migreren dus ook steeds vaker. Ik sprak een tijdje geleden onze minister van Onderwijs. Toen ik hem vroeg wat het beleid is om jongeren aan ons land te binden, was zijn antwoord: ‘Er is geen beleid’. Ik was geschokt!”
Hulpverlening
Hij probeert ondanks alles een bijdrage te leveren aan een betere toekomst van zijn land. „Soms vraag ik me af waarom ik hier nog blijf,” bekent Vitalie. „Maar in de Bijbel lezen we toch ook niet dat mensen wegrennen als het tegenzit? Ik probeer op mijn plek iets te verbeteren, zodat onze kinderen een betere toekomst wacht.”
Zijn organisatie – onder meer gesteund door Kom over en help – biedt hulp aan kinderen en jongeren. „We proberen op de lange termijn iets in de mentaliteit en cultuur te veranderen. Onze jongeren moeten het gaan doen. Daar gaat het om!”
In het dagopvangcentrum van Mateuti bloeit Vitalie op. Hij praat even met de pastor van de lokale kerk, steekt de vrijwilligers een hart onder de riem en speelt met de kinderen mee.
Hiervoor blijft hij dus in zijn land: bijdragen aan een betere toekomst. „De wetenschap dat alles in Gods hand is, geeft me hoop. We zijn hier allemaal maar een tijdje op aarde, ook als je migreert en er alles aan doet om het een tijdje beter te hebben. Ik zie voor mezelf geen andere optie dan met Gods hulp er het beste van te maken.”
We rijden door het bijna verlaten dorpje Hligeni terwijl de zon langzaam ondergaat. Een goudgele gloed schijnt over het heuvelachtige landschap van Moldavië. Met dichtgeknepen ogen tuurt Vitalie in de verte, daar waar de zon straks achter de bergen verdwijnt. ,,Laten we hopen en bidden voor een betere toekomst voor Moldavië.”