Een inspirerende vrouw, die uit ervaring weet dat grenzen stellen nodig is. Zeker voor vrouwen. Zowel voor jezelf als voor anderen in het gezin. Tegelijkertijd erkent psycholoog Alice Brouwer de realiteit: „Spreken over grenzen is makkelijk. Je weet allemaal dat je grenzen nodig hebt. Maar in de praktijk grenzen stellen, dat gaat niet vanzelf.”
Het is alsof er een frisse wind door het huis waait, wanneer je te maken krijgt met psycholoog Alice Brouwer. Impulsen, voorbeelden en herinneringen buitelen door elkaar, in een wolk van vrolijkheid en realisme. Wie denkt dat een psycholoog alles rationaliseert, maakt in haar geval een verkeerde inschatting. De Bijbel vormt haar kader. „We moeten niet wijzer zijn dan God.”
Regels
De belangrijkste taak voor moeders ligt in het gezin. Daar krijgen vrouwen het meest te maken met het aangeven van grenzen, bijvoorbeeld binnen de opvoeding. „Kinderen moeten weten waar ze aan toe zijn,” weet Alice uit eigen ervaring. „Wil een gezin op een goede manier functioneren, dan zijn grenzen hard nodig. Dit betekent dat man en vrouw samen afstemmen wat die grenzen zijn. In de praktijk betekent het dat degene die het meest thuis is, de grenzen in praktijk brengt. Verkeerd gedrag moet consequenties hebben, die duidelijk en vooraf bij het kind bekend zijn. Regels helpen niet als een moeder, om welke reden dan ook, niet duidelijk en niet op een rustige manier vertelt wat ze wil en hoe een kind zich moet gedragen. Op een scheldende toon dingen tegen kinderen zeggen is verkeerd.”
Praktisch
Voor het stellen van grenzen hoef je niet te denken aan allerlei hoogdravende dingen. Het begint heel praktisch. „Ieder gezin heeft zijn eigen regels, dat mag ook. Het gaat erom dat kinderen weten wat er komt.” Ze noemt wat voorbeelden: „ Hanteer tafelregels, hanteer regels voor het naar bed gaan en bedenk tafelregels. Wat mag wel en wat mag niet aan tafel? Stel ook regels over ruzie maken. Bijvoorbeeld niet vloeken en schelden, maar kijk kibbelen soms door de vingers. Laat kinderen in ieder geval niet handtastelijk worden vanuit boosheid. Leer ze ook praten als ze het niet met elkaar eens zijn. Geef daarbij als ouders ten slotte zelf het goede voorbeeld.”
„Veel mensen beginnen met regels als het te laat is, waardoor het ombuigen van de praktijk moeilijker wordt,” vindt Brouwer. „Zodra je een gezin mag krijgen, mag je beginnen met nadenken over regels. Communiceer die kort, krachtig en duidelijk. In kindertaal. Verbindt daarbij consequenties aan gedrag. Dat moeten kinderen leren, het vormt hun karakter. Het innen van de gevolgen van je eigen gedrag is leerzaam en het helpt voor later.”
Consequenties
Minstens even belangrijk als het stellen van grenzen, is het bewaken ervan. „Sommige ouders zeggen: ‘Ik stel grenzen en mijn kinderen moeten die dan zelf gaan uitvoeren’. Dat werkt niet. Als ik tegen een kind van vijf jaar oud zeg dat het niet aan dat hekje mag zitten en het doet dat toch, dan pak ik het even vast. En zorg dat het kind dat ook werkelijk niet doet. Ouders moeten van tevoren bedenken wat de consequentie is als een regel wordt overtreden en die consequentie moet ook worden uitgevoerd. Ik had vroeger bijvoorbeeld een strafstoel Daar moesten ze vijf minuten op zitten als er tijdens het eten iets fout was gegaan. De regel was helder, de consequentie ook. Als mijn kinderen hun bord niet leeg aten, kregen ze geen toetje. Dat was geen probleem, er ontstond ook geen ruzie. Het was simpelweg de regel.”
Het ombuigen van patronen gaat niet vanzelf. Zeker niet als er nog helemaal geen regel zijn. Alice: „Inventariseer wat het kind in jouw ogen niet goed doet. Bijvoorbeeld de jas op de grond gooien in plaats van ophangen, elkaar spugen of slaan. Pak deze dingen vervolgens stuk voor
Dit artikel gaat verder in het WinterNummer van de GezinsGids