Tekst P.J.A. van Nederpelt Beeld Anneke Vat-Pul

Als klein meisje speelde Annet Stam (42) uit Werkendam bij haar achterbuurvrouw Diane van Breugel (59). Beiden hadden toen niet kunnen denken dat dit het begin van een jarenlange vriendschap zou worden.

Als klein meisje speelde Annet Stam (42) uit Werkendam bij haar achterbuurvrouw Diane van Breugel (59). Beiden hadden toen niet kunnen denken dat dit het begin van een jarenlange vriendschap zou worden. Annet vertelt: „Ja, dat moet toch al meer dan 35 jaar geleden zijn. Onze achtertuinen grensden aan elkaar. Veel kinderen uit de buurt speelden achter en ik mocht toen bij Diane en haar dochtertje binnen komen spelen.”

Nuttig

Diane lacht naar haar vriendin. „Het was niet zomaar spelen, hè. Weet je nog dat je toen best een beetje ondeugend was? Voor je moeder was het fijn dat je daarom op een vaste middag bij ons mocht komen. We deden gezellige, maar ook nuttige dingen.” Annet knikt en herinnert het zich allemaal nog precies. „Ja, jij leerde mij dingen uit het huishouden, zoals de vaat doen, strijken, maar ook advocaat maken.” „Klopt hoor,” zegt haar oudere vriendin. „En je bleef dan ook altijd gezellig eten. Onze oudste dochter vond dat je altijd heel streng tegen haar deed over dat ze haar bord leeg moest eten, terwijl jullie qua leeftijd eigenlijk helemaal niet zoveel schelen.”

Herinneringen

Al pratend komen er steeds meer herinneringen bij de vriendinnen boven. Annet: „Toen jullie naar Rotterdam gingen verhuizen, kon ik niet zo makkelijk meer komen. Maar dan kwam ik met de bus en haalden jullie mij op bij het busstation. Soms kwam mijn moeder dan ook gezellig mee.” Diane vult aan: „Gelukkig kon je in de vakanties ook bij ons logeren. Weet je nog, Annet, dat je ook weleens mee bent geweest naar onze caravan in Zeeland?” Annet knikt. „Ja, dat weet ik nog. En weet je, ik ben zo blij dat ik nu een eigen brommobiel (auto die een maximale snelheid van 45 kilometer per uur heeft, red.) heb. Ik zou echt nog eens willen proberen om met mijn autootje naar je toe te komen. Dan moet ik gewoon een route binnendoor uitstippelen. De man van Diane heeft al uitgelegd dat ik dan vanaf Werkendam de pont naar Dordrecht moet nemen.” Diane lacht. „Ik zou best weleens met jou samen uit willen in je auto, Annet, want ik vind het zo knap dat je je rijbewijs hebt gehaald.” Annet vindt het een goed idee. „Prima hoor, dan neem ik lekkere dingen mee in een picknickmand, zoals slaatjes en croissantjes. En we zouden toch ook nog een keer samen een high tea gaan doen? Dat lijkt me ook erg leuk.”

Meegegroeid

Over de vraag wat hun vriendschap zo bijzonder maakt, hoeft Diane niet lang na te denken. „Het is bijzonder dat Annet als kind in ons gezin is gekomen en al die jaren meegegroeid is in ons leven. Onze relatie is in de loop van de jaren gelijkwaardig geworden. Als kind had Annet veel extra zorg nodig, maar nu doen we samen leuke dingen. Ook is Annet heel trouw. Ze zal nooit een verjaardag overslaan en houdt altijd heel goed bij wanneer we weer eens af moeten spreken. Ook zou ze nu voor mij kunnen zorgen. Tijdens de lockdown in maart brak ik mijn voet. Annet appte toen dat ze het heel jammer vond dat ze niet kon komen om te strijken of een potje te koken. Dat zou ze prima gedaan hebben.” Annet knikt instemmend. „Het is gewoon gezellig met Diane. Ik ben blij dat zij mijn vriendin is, ook al is ze wat ouder. We hebben het goed samen.” Annet vond het bijvoorbeeld fijn dat Diane er voor haar was toen haar vader in 2013 overleed. „Diane kende mijn vader ook goed. Dan ben je blij om haar met haar man op de begrafenis te zien.”

Naaien

Diane heeft ook nog een bijzondere herinnering aan Annet. „Als kind is Annet per ongeluk door een ruit gelopen. Ik stond te strijken en hoorde een enorm glasgerinkel. Ik heb Annet met haar moeder toen naar het ziekenhuis in Gorinchem gereden. Er moest aardig wat gehecht worden.” Annet heeft nu al zin om weer met Diane af te spreken. „Ik geniet van de gezelligheid van onze vriendschap. Als ik een dagje bij Diane ben, gaan we altijd samen iets leuks doen.” Diane lacht. „Ja hè, Annet, dan komt er vaak een lapje stof uit je tas. Handig hoor, dat je in een stoffenwinkel werkt. Van tevoren zie ik altijd tegen het naaien op, maar als je dan weggaat en we hebben samen weer iets leuks gemaakt, dan zijn we er allebei blij mee. En wat heel handig is: als Annet geweest is, is mijn naaidoos weer keurig gesorteerd en opgeruimd.” Annet is het helemaal met Diane eens. „Maar we naaien niet altijd. Soms bakken we samen een lekkere taart en we gaan ook nog een keer zwemmen, hè?”

Dit is het eerste gedeelte van een interview dat in zijn compleetheid verscheen in de GezinsGids van 25 maart jl.