„Noem me één goede reden waarom ik weer elke maandagavond naar de catechisatie zou moeten. Ik zit op een reformatorische school; ga iedere zondag twee keer naar de kerk; we lezen dagelijks uit de Bijbel en ‘s avonds ook nog uit het dagboek…” Wat voor antwoord krijgt deze jongere? Een verkenning over het hoe en wat van catechisatie.

In de Bijbel roept God ouders op hun kinderen Zijn grote daden te vertellen. In Deuteronomium 6:6-7 staat: ‘En deze woorden die ik u heden gebiede, zullen in uw hart zijn. En gij zult ze uw kinderen inscherpen en daarvan spreken, als gij in uw huis zit, en als gij op den weg gaat, en als gij nederligt, en als gij opstaat’. Bij het ten doop houden van hun kind, zeggen ouders volmondig ‘ja’ op de vraag of zij het voornemen hebben om het kind in de ‘voorzeide leer’ te (laten) onderwijzen.
Catechisatie is één van de manieren waarop de uitvoering van de toen gegeven belofte gestalte krijgt. Een vreugdevolle, maar niet altijd even gemakkelijke opdracht.

Kennis van de leer
Dat ervaart ook ds. B. Tramper, predikant van de hervormde gemeente te Driezum (Friesland) in de Protestantse Kerk in Nederland. Als vader van vijf kinderen, in de leeftijd van acht tot 23 jaar, en voormalig jongerenredacteur van het Reformatorisch Dagblad, kent hij de leefwereld van de jongeren. „Op jonge mensen komt veel af. Ik kan me de verwarring die er onder hen leeft over geestelijke zaken goed indenken. Daarom is het volgens mij van groot belang dat zij de kernbegrippen van de Bijbel kennen. Wat is zonde? Wat betekent Gods toorn? Wat is genade? Wat is gerechtigheid? Wat is het om te geloven in de Heere Jezus? Kun je zeker weten dat je verlost bent van de zonden en Gods toorn over de zonden?”

De dominee vervolgt: „Jongeren moeten worden geoefend in de gereformeerde leer. Het gaat daarbij ook zeker om het hoofd. Kennis met het hoofd is maar niet een bijzaak, die is fundamenteel. Natuurlijk is het me niet te doen om pure verstandskennis. Ik zie er vurig naar uit dat het Woord kracht doet in hun leven, dat zij vastlopen met de vraag wat zij moeten doen om zalig te worden en dat de Heilige Geest hun ogen opent voor het Lam van God Dat de zonden der wereld wegdraagt. Maar ik ben er zeker van dat de Heere kennis van de geloofsleer daarbij niet uitsluit, maar insluit.
Ten diepste gaat het mij erom jongeren in hun verlorenheid te brengen bij de kruispaal van Golgotha. Daar, in de nabijheid van de lijdende en stervende Heere Jezus, krijgt God Zijn schepsel terug. Dat is het doel van de prediking. En dat is ook het doel van de catechese,” vertelt de dominee. „Het is ook de inzet van de Heidelbergse Catechismus om catechisanten te leiden tot de enige Bron van troost, zowel in leven als in sterven, de Heere Jezus.”

Kernpunten voor catechisatie
De dominee vertelt over de belangrijkste bevindingen tijdens de catechisatiebijeenkomsten: over begrip, catechisatiemethoden, gesprekken, een tere vertrouwensband en over samen het Woord lezen.

1. Begrip voor jongeren
Dominee Tramper: „Ik geef catechese aan kleine groepen, van maximaal vijftien tot twintig catechisanten. Dat schept op voorhand een stuk rust en overzicht. Je merkt dat er veel op jongeren afkomt. Het is belangrijk dat je laat merken dat je met hen meeleeft, dat je hun vragen kent en dat je hun twijfels begrijpt. Wat mij in het noorden van het land opvalt, is de kwetsbaarheid van de reformatorische kerken. De kerken zijn klein. Ze zijn bovendien omgeven met allerlei kringen en bewegingen van evangelische snit. Sommigen zijn gevoelig voor wat er in die wereld gebeurt. Heel belangrijk is daarom de toon die je aanslaat bij de uitleg van wat ons van de evangelische kringen scheidt en. Hetzelfde geldt wanneer je uitlegt dat velen fundamenteel anders denken over wedergeboorte en geloof en rechtvaardiging en heiliging.”

2. Methoden
De dominee vertelt verder over zijn catechisatiemethode. ,,Zelf hecht ik veel waarde aan de overdracht van kennis. Niet zomaar vrijblijvend discussiëren over allerlei zaken. Maar kennisoverdracht doe ik wel het liefst in de vorm van een gesprek. De eerste twee jaar heb ik gewerkt met de methode van ds. P. van der Kraan en ds. A. J. van den Herik: Leren om te leven. Het mooie van deze methode is dat zij uitgaat van de Heidelbergse Catechismus. Voor mij is het thema van Wet en Evangelie cruciaal: zondaren worden rechtvaardig, uit genade alleen, door het geloof alleen, in Christus alleen,” vertelt de dominee. „Over dat onderwerp spreek ik met onze jonge mensen het allerliefste. De Wet is een spiegel waarin God ons wil laten blikken, en dat met slechts één doel: dat we ons zouden ‘dood’ schrikken. Voor doden is Christus gekomen. Dat is de rijke boodschap van het Evangelie.”
Toch houdt de dominee niet altijd vast aan een geijkte methoden. Een groot voordeel van catechese zonder methode vindt de dominee „dat je eigen accenten kunt leggen. Het afgelopen seizoen heb ik vier lessen ingeruimd voor een blok ‘viermaal M’, over Mode, Muziek, Media en My self (mijn identiteit; wie ben ik?). We hebben naar aanleiding van het boekje van ds. C. P. de Boer over kleding gesproken en over het hoe en waarom van kleren. Ook ben ik met de jongeren ingegaan op de vraag naar onze identiteit. Wie zijn we? Kenmerkend voor elk mens is dat hij op zoek is naar geluk. Waar vinden we het echte geluk? Waarom zoeken we het niet waar het te vinden is? Het waren waardevolle avonden.”

3. In gesprek
Dominee Tramper vertelt over de gesprekken met jongeren die hij soms had. „Ik merkte in gesprekken met jongeren dat velen nauwelijks of geen tijd vrijmaken om zelf overdag een stukje uit de Bijbel te lezen. De vraag is dan ook hoe het Woord thuis aan het woord komt. Is het vaak niet hooguit even na het avondeten? We pakken de Bijbel, we lezen een klein stukje hardop voor, we spreken daarna meteen ons dankgebed uit, we zetten de Bijbel weer in de kast en dat was het voor vandaag. Nu ja, misschien lezen we nog een tekst via onze Bijbelapp: één vers, te midden van een eindeloze stroom aan berichtjes van vrienden en vriendinnen.” Het baart de dominee zorgen: „Jongeren zijn druk, druk, druk. ‘s Avonds zijn ze vaak te moe in het hoofd om nog rust te kunnen vinden een stukje te lezen. Meer dan eens doe ik het voorstel om ‘s avonds om acht uur het mobieltje uit te zetten. Je hoopt dat ze op een gegeven moment inzien dat zo’n advies wellicht niet het slechtste is dat ze die dag opvingen. Velen geven eerlijk aan dat ze ‘s morgen vroeg te moe zijn het Woord te lezen. De wekker gaat enkele keren op de zoemstand. Op het allerlaatste moment springen ze uit bed. Snel de tas inpakken, een kam door het haar, de deur uit en, hupsakee, de dag in. ‘Heb je wel tijd om te eten?’ vroeg ik een keer. ‘Nog net’, antwoordde een jongen. Dat vind ik erg om te horen.”

4. Samen Bijbel lezen
Dominee Tramper: „Het is mijn verlangen dat de Heere krachtig onder jonge mensen werkt. Het Woord is hét middel waardoor Hij jonge mensen ontdekt aan wie zij zijn in Zijn oog en waardoor Hij hen bedekt met de mantel van Zijn gerechtigheid. Doet het Woord het niet, dan doet niets het. Daarom is het hoogst nodig dat het Woord opengaat. Laten we het dicht, dan zetten we als het ware een stop op het kanaal waardoor de Heere Zijn rijke genade laat lopen.
Vandaar dat ik op een gegeven moment heb gezegd: ‘Laten we alle methoden aan de kant zetten en met elkaar het Woord gaan lezen’. We zijn begonnen met het Evangelie van Johannes. Hoofdstuk 1:1: ‘In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God’. Wat staat hier nu eigenlijk? Besef je wat je leest? Hoe maak je voor jezelf een toepassing? Wat is de boodschap van dit gedeelte voor de lezers van toen? Wat is de boodschap voor ons vandaag?
Behalve het daadwerkelijk lezen van de Bijbel ben ik ook ingegaan op de manier waarop de Bijbel wil worden gelezen. De Bijbel is het Woord van God, van de Schepper van hemel en van aarde, van Hem Die zo heilig is dat de engelen, die zelf heilig zijn, hun aangezicht in de nabijheid van de Heere bedekken. Als dat zo is, wat betekent dat dan voor onze omgang met het Woord? Vraagt het niet de grootst mogelijke eerbied? Is het om die reden ook niet nodig innerlijk stil te worden, voordat we het Woord van de Allerhoogste ter hand nemen?”
Hij vervolgt: „Ook hebben we stilgestaan bij het werk van de Heilige Geest. Hij gebruikt het Woord om harde harten te verbreken. Gebed om de Geest is onmisbaar bij het lezen van de Bijbel.
Er zijn allerlei praktische hulpmiddelen bij het lezen van de Bijbel, zoals de Kanttekeningen en de Bijbelverklaring van Matthew Henry. Daarnaast hebben we gesproken over het feit dat het zo belangrijk is om te beseffen dat het Woord tot ons komt. Niet wij tot het Woord, het Woord tot ons. Dat vraagt om een luisterhouding.”

5. Vertrouwensband opbouwen
„Ik ervaar de omgang met de catechisanten als goed, maar ik voel tegelijk ook wel dat een enkel uurtje niet veel is om een vertrouwensband te leggen. Daarom trekken we ‘s zomers zo’n vijf avonden met jongeren van een jaar of vijftien, zestien op.
We vormen in de pastorietuin een kring met twintig jongens en meiden, met wie we een uur lang nadenken over een gedeelte uit het mooie boekje van Edward Fisher, Merg van het Evangelie of uit Komen tot Jezus Christus, van John Bunyan.
Na een uur lezen steken we dan de skottelbraai aan voor een paar verse hamburgers. Op die momenten, in de schemer van de komende nacht, ontstaat zomaar ruimte voor een gesprek van hart tot hart. Dan blijkt ook dat we allemaal op hetzelfde zijn aangewezen: de overvloeiende genade in Christus voor zondaren.”

Dit artikel gaat verder in de GezinsGids van 18 september