Het begon al op de Paasmorgen: vrouwen waren de eerste getuigen. Ook nu nog bestaan zendingskerken in eerste instantie vooral uit vrouwen, vertellen Wilma Seppenwoolde (39). „Het is een wereldwijd fenomeen.”
Wilma Seppenwoolde heeft contact met vrouwen in het land waar ze nu woont: Ecuador. „De ZGG zond ons in 2008 als gezin naar de stad Machala. In de afgelopen jaren ontstond daar een kerk.
Als vrouw en moeder van vier opgroeiende kinderen ben ik er in de eerste plaats voor mijn gezin. Daarnaast ondersteun ik in de kerk waar nodig en mogelijk. Dat ligt het meest op het vlak van het coördineren van de muziekgroep en het regelmatig bezoeken van vrouwen in het gemeentepastoraat.”
Ze heeft goede contacten. „De cultuur is vrij open. Om vertrouwen te winnen is wel tijd nodig, maar dat is overal zo. Als vrouw van de evangelist wordt er van je verwacht dat je zelf ook open bent in contacten en het opzoeken van de vrouwen.”
Wereldwijd fenomeen
De jonge zendingskerk in Ecuador bestond de eerste jaren vooral uit vrouwen en kinderen. „De mannen bleven wat achter. Het feit dat vrouwen van nature over het algemeen wat religieuzer zijn, zie je hier terug. Dat is een wereldwijd fenomeen, maar het heeft hier – denk ik – ook te maken met de machocultuur die heerst in Latijns-Amerika: mannen zijn heerszuchtig en willen alles voor het zeggen hebben en het leven van de vrouw bepalen.
Toch zagen we dat dit punt zomaar weer naar de achtergrond kan verdwijnen als er eenmaal mannen in de gemeente zijn. Soms is de vrouw een middel voor haar man, al is dat zeker geen regel. Op dit moment hebben we zelfs net zo veel mannelijke als vrouwelijke leden die zonder hun echtgenoot of echtgenote in de kerk komen.”