onafHet klinkt zo mooi: in een groter huis gaan wonen en dat opknappen. Maar bij het wonen in een huis waarin verbouwd wordt, komt heel wat kijken. „Je huishouden en gezin functioneren niet normaal,” vertelt Judith Quaak. Annet Mulder voegt er aan toe: „We weten waar we het voor doen.”

Vier verdiepingen en zeven slaapkamers heeft het grote dijkhuis in Ridderkerk waar Henk en Judith Quaak met hun zes kinderen wonen. Toen ze het vijftien jaar geleden kochten, kwamen ze in een huis met enkel glas en er was geen centrale verwarming. In verschillende kamers zaten er gaten in de muur en de zolder was niet beloopbaar. Maar Henk en Judith waren weg van de ruimte. „Zo’n groot huis opknappen, leek voor veel mensen niet te behappen. Zeker niet als je het zelf wilt doen. We kregen hele wisselende reacties uit de omgeving. Sommige mensen waren jaloers op de ruimte die we hadden. Anderen snapten niet waar we aan wilden beginnen. Maar we werkten gewoon kamer voor kamer. Niet aan één stuk door, maar wel vijftien jaar lang. Er zitten duizenden uren werk in. We hadden geen idee wat ‘helemaal klaar’ in zou houden.” Een badkamer was er de eerste jaren nog niet. „In een doorgang was een afvoerputje en een douchekop. Op die manier ging het ook.”

 

Buurhuis

Hans en Annet Mulder verhuisden in januari 2012 met hun drie kinderen van een tussenwoning in Veenendaal naar het hoekhuis er direct naast. Al jarenlang wilden ze graag meer ruimte, maar zagen ze daar geen mogelijkheden voor. Nu ze het buurhuis konden kopen, waren die er wel. Hans maakte een plan met behulp van een tekenprogramma. De garage zou bij het huis getrokken en gesplitst worden in een bijkeuken en een speelkamer. De kamer zou worden uitgebreid – 2,4 meter vergunningsvrij – en in twee delen gesplitst worden met suitedeuren. De verbouwing begon op de bovenverdieping, nog voor ze in het huis trokken. Twee slaapkamers, die door de vorige bewoners samengevoegd waren, werden weer gesplitst en er kwamen extra kamers bij op de zolderverdieping. „De kamers zijn nu grotendeels behangen en ingericht, maar de details komen nog,” legt Annet uit. Lachend wijst ze naar een peertje dat boven een bed bungelt. „Ooit komt er nog wel een andere lamp. Nu maken we eerst alles beneden af. Daarna gaan we ook boven kamer voor kamer weer verder.”

 

Inzichten

Aan de verbouwing van het dijkhuis in Ridderkerk werd ieder vrij moment gewerkt. „Mijn man deed alles zo veel mogelijk zelf.” Op zaterdagen, in vakanties en in de avonduren ging Henk aan de slag, herinnert Judith zich. „Soms was de druk op de ketel zwaar. Maar Henk vond er ergens ook wel ontspanning in. In 2007 heeft hij zelfs zijn werk gemaakt van hout- en interieurbouw.” In hetzelfde jaar werd de woonkamer grondig aangepakt. „Drie familieleden hebben er een volle maand aan gewerkt.” Nu is de kamer helemaal af, tot radiatorbekleding toe. Judith hielp zelf ook volop mee. „Dat was voor mij vanzelfsprekend. Verven, witten, behangen, helpen bij het plaatsen van de kozijnen en tussendoor ook gewoon de was draaien en verder gaan met de andere dingen in huis. Na afloop moet je altijd weer soppen.” Het klinkt laconiek. Judith ziet vooral de voordelen van het stukje bij beetje opknappen van het huis waarin ze woont. „Hoe langer je ergens woont, hoe meer inzichten je krijgt in wat je met de ruimte kunt,” geeft Judith aan. „Als je alles in één keer wilt doen, weet je soms nog niet of iets wel echt praktisch of mooi is. Dan kun je snel dingen doen waar je spijt van krijgt. Nu is alles precies zoals we het willen hebben.”

 

Tegengeluid

Ook om andere redenen is Judith blij met de manier van verbouwen waar Henk en zij voor kozen. „Ik denk dat je snel te materieel bezig bent als je in een huis wil trekken dat al helemaal af is. Je sluit daarvoor grote leningen af. Een stukje eenvoud van vroeger is daarin verloren gegaan.” De familie Quaak betaalde de verbouwing volledig van hun eigen geld. „Ik denk dat we daardoor veel keuzes bewuster maakten. Het geeft veel voldoening om te zien hoe alles stukje bij beetje mooier wordt. Juist omdat het zolang anders is geweest, kan ik overal zo ontzettend van genieten. Het is in feite een tegengeluid op directe behoeftebevrediging.”

 

Het laatste deel van dit artikel kunt u vinden in de  GezinsGids van 8 augustus.