Veel vrouwen worstelen met een laag zelfbeeld. Sommigen worden er ernstig door belemmerd, anderen kunnen ermee leven. Gerrie Ham-Willemsen (36) heeft een eigen praktijk voor psychosociale hulp en komt regelmatig in aanraking met vrouwen die leven met een laag zelfbeeld.. „Wanneer je een reëel beeld van jezelf hebt, kun je anderen beter helpen. Als je jezelf de moeite waard vindt, durf je verantwoording te dragen, met anderen om te gaan en nieuwe dingen uit te proberen.”
Het zelfbeeld dat iemand heeft, wordt gevormd door de jaren heen. Gerrie: „Je wordt niet met een bepaald zelfbeeld geboren, maar dit beeld over jezelf wordt tijdens je levensloop gevormd. Je leert vooral wie je bent doordat anderen tegen jou zeggen wat ze van je vinden of dat ze dat op de een of andere manier aan je laten merken.” Ook de relaties met ouders en met vrienden doen ertoe, geeft Gerrie aan. „Die relaties zijn belangrijk voor het ontwikkelen van het idee dat je, bijvoorbeeld, de moeite waard bent of dat je je ergens bekwaam in voelt. Al deze leerervaringen sla je in je hoofd op en bepalen mede het zelfbeeld.” Als er veel ervaringen negatief zijn, vormt zich een negatief zelfbeeld. „Uiteindelijk ga je dit zelfbeeld steeds meer geloven,” legt Gerrie uit. „Je kijkt niet meer naar de dingen die je nog wel kunt en waar je goed in bent. Ook al krijg je dan een compliment, dan kun je toch blijven denken dat het niet waar is. Je zelfbeeld zegt immers dat het niet klopt.”
Vrouwenprobleem
Veel vrouwen die zich bij de praktijk van Gerrie aanmelden, hebben een negatief zelfbeeld. „Het is soms een onderdeel van bredere problematiek,” vertelt Gerrie. „Zelfs wanneer bijvoorbeeld de angstklachten verminderd zijn door gesprekstherapie, kan de lage zelfwaardering toch nog blijven voortbestaan.”
Vrouwen ontwikkelen eerder depressies, angst- en eetstoornissen dan mannen, weet Gerrie. „Sociale factoren en opvoedingsfactoren lijken hier vooral een rol in te spelen. Uit onderzoek blijkt dat voor vrouwen het gebrek aan sociale steun ingrijpender is dan voor mannen. En juist sociale steun is zo belangrijk voor het ontwikkelen van een reëel zelfbeeld.”
Gerrie kan niet in percentages uitdrukken om hoeveel vrouwen het gaat, die met een laag zelfbeeld naar haar praktijk komen. „Het speelt bij bijna alle vrouwen die naar mijn praktijk komen. Maar dat geeft wellicht ook een vertekend beeld. Juist vrouwen die hier last van hebben, kloppen bij mij aan. Dat komt mede door de geschikte behandelmethode die ik hiervoor gebruik, de cognitieve gedragstherapie.”
Fysieke kant
Het lijkt soms dat vrouwen zich voornamelijk negatief uiten over hun fysieke kant. De opmerkingen over ‘te dik’ en ‘te dun’, ‘te groot’ en ‘te klein’ zijn herkenbaar. Toch zijn deze uitingen niet hetzelfde als een negatief zelfbeeld, zegt Gerrie. „Veel vrouwen willen slanker zijn, maar deze wens leidt niet per se tot een negatief zelfbeeld. Er kan dan wel sprake zijn van een negatief lichaamsbeeld.”
Het zelfbeeld dat iemand heeft omvat meerdere aspecten, legt Gerrie uit. „Het heeft een emotionele, sociale, cognitieve en fysieke dimensie. Niet elke vrouw ondervindt op elk aspect negatieve gevoelens.”
Een negatief zelfbeeld wordt pas lastig wanneer het gaat belemmeren. Gerrie: „Dan krijgt je er last van bij de dagelijkse bezigheden, ook omdat je je naar dat beeld gaat gedragen.” Ze maakt het duidelijk met een voorbeeld. „Als je denkt dat je er niet toe doet, omdat je te dik bent, dan begin je ook niet zo snel een gesprekje met iemand anders.”
Dit is een selectie van een artikel dat verscheen in de GezinsGids van 15 oktober.