MennoMenno de Bruyne is voorlichter bij de SGP Tweede Kamerfractie. Op deze plek geeft hij een kijkje achter de schermen van het hof en het Binnenhof

 
Zalen

Groen van Prinsterer, Thorbecke, Troelstra, Aletta Jacobs, Groeneweg, jkvr. Wttewaal van Stoetwegen, Klompé, Van Someren Downer, Kappeyne van de Coppello, Kuyper, Schaepman, Schaper, Oud, Schouten, Tilanus, Zandt, Drees, Romme, Donker, Vondeling, Jongeling en Marcus Bakker…


Allemaal vielen ze in de prijzen.

De prijzen die bijna twintig jaar geleden zijn uitgereikt door de ‘Werkgroep naamgeving vergaderruimten Tweede Kamer’. In verband met de nieuwbouw leek het het dagelijks bestuur van de Kamer wel leuk om de nieuwe vergaderzalen en -zaaltjes te vernoemen naar oud-Kamerleden. Met alleen maar nummers zou het allemaal wel erg zakelijk worden…

De werkgroep ging niet over één nacht ijs. Er moest uiteraard rekening worden gehouden met een rechtvaardige verdeling. Dus: alle politieke stromingen moesten aan hun trekken komen. Een andere harde eis was dat het zwakke geslacht ruim bedeeld diende te worden. Daartoe werd zelfs het Kamerbreed Vrouwenoverleg (alle vrouwelijke Kamerleden) geconsulteerd. En er mocht geen vlekje zitten aan de uitgekozenen. Want op heibel bij het nieuwbouwfeestje zat niemand te wachten.

De opdracht werd zonder noemenswaardige problemen volbracht, zij het dat één naam toch in het verkeerde keelgat schoot. Die van Marcus Bakker, een even prominent parlementariër als consequent communist. De dagbladen Het Parool en De Telegraaf plaatsten vraagtekens bij Bakker omdat die in de Tweede Wereldoorlog dan weliswaar goed was geweest, maar in de Koude Oorlog zo fout als de massamoordenaar Stalin. Tóch bleef z’n naam overeind: kennelijk was er geen betere communist te vinden…

De grootste zalen zijn vernoemd naar de drie grondleggers van drie politieke hoofdstromen: Thorbecke (liberalen), Groen van Prinsterer (christenen) en Troelstra (sociaal-democraten). Groens nominatie was een klein succesje voor de SGP en het GPV, die reeds vroeg een goed woordje voor Groen deden. De SGP’ers mogen ook niet mopperen over de Zandtkamer en de CU over de Jongelingkamer – al zou de vrijgemaakte oprichter van het oude GPV de CU kerkelijk gezien te veel een mengelmoesje hebben gevonden.

Succes had de SGP ook in haar strijd tegen het aanvankelijke plan om de oude vergaderzaal (die met de groene bankjes) de Thorbeckezaal te noemen. De SGP’ers vonden het maar niks om deze unieke, historische zaal, waar alle gezindheden hun woordje hebben gedaan, een exclusief liberaal etiket op te plakken. Of de SGP’ers overigens in hun sas zullen zijn met de uiteindelijke uitkomst, is aan gerede twijfel onderhevig. Want de zaal heet nu ‘balzaal’. En de SGP is, zoals bekend, niet zo ballerig…..

Attente lezers zullen in het lijstje van namen er overigens één tegenkomen niet helemaal klopt. Dat is die van Aletta Jacobs. Ze is de enige die, ondanks het feit dat ze geen Kamerlid was, tóch een zaal kreeg. Dat ze zich toch mag scharen in het rijtje grootheden van het Binnenhof, heeft ze te danken aan het feit dat ze de eerste feministe van Nederland was. Pikant detail: in 1916, tijdens een demonstratie voor vrouwenkiesrecht, werd haar de toegang tot de Kamer ontzegd…