Als kind trok de medische wereld al, maar in haar hart bleef een speciaal plekje voor de zending gereserveerd. Uiteindelijk vertrok Joanne Folmer met haar man Willem naar Congo. „Soms trok een carrière als specialist, maar dan moest ik weer ervaren dat ik terug moest naar mijn eerste overtuigingen: arts worden om het Evangelie uit te kunnen dragen.”

tekst W. de Jongste, beeld fam. Folmer

Als kind speelde Joanne al ‘zustertje’. „Het ziekenhuis, zuster of dokter spelen heeft er vanaf heel jong in gezeten,” vertelt ze. De studie geneeskunde deed ze dan ook in Rotterdam, waar ze haar man Willem – ook in opleiding tot arts – leerde kennen. „We hadden hele gesprekken en we hadden beiden ervaren dat er, naast ons werk als artsen, een roeping voor ons lag om de zending in te gaan.” Iets wat Joanne ook al gedurende haar jeugd had beziggehouden. „De zending heeft altijd wel in mijn hart gezeten. De eerste keer dat ik tijdens een gemeenteavond dia’s zag met donkergekleurde mensen uit Afrika erop, vergeet ik nooit meer. Alle spellen en boeken waarmee ik als kind speelde, hadden daarna altijd wel iets met zending of verpleging te maken. Ik raakte er door de jaren heen steeds meer van overtuigd dat het Gods plan was dat ik de zending in zou gaan.”

Twijfel

Al was dat niet altijd zo helder en klaar. Zeker toen ze in de puberteit kwam en de studie geneeskunde wegen leek te openen naar succes. Joanne: „Dan dacht ik soms: waarom zou ik in zo’n Afrikaans land gaan zitten zonder alle comfort en gemak? Hier hebben we alles wat we willen en dat is ook wel weer gemakkelijk. Ik wilde toen toch eens voor mijn carrière gaan en kinderarts of gynaecoloog worden. Maar daarna heb ik heel sterk ervaren dat ik terug moest. Terug naar mijn eerste overtuigingen, namelijk dat ik in de eerste plaats arts zou worden om het Evangelie uit te kunnen dragen. Ik was als kind echt geen lieverdje en best een belhamel, maar als het over de dingen van God ging, was ik serieus. Ik ben steeds blijven bidden en Bijbellezen en het besef dat ik Hem toebehoorde, werd overtuigender. De overtuiging groeide ook dat het God was die me tot dan toe dat verlangen om in de zending te gaan, had gegeven en die het me opnieuw gaf.”

De rest van dit interview lees je in de GezinsGids van 14 januari 2021 D.V.