altAls hulpverlener en ambtsdrager heb ik me een soort Bijbels realisme eigengemaakt,” onderkent de 81-jarige heer Van den Berg. „David tobde met zijn kinderen, waarmee hij veel meemaakte. Ook ik liep zaterdagavond laat door het dorp met de vraag in het hart: ‘Heere, mijn zoon wordt toch geen Absalom?'”

Opvoeding is niet maakbaar, dat ervoer de ervaren zielzorger in zijn eigen gezin. „Maar de Heere geeft ondersteunende genade, daar mag ik kracht uit putten.”

Hoewel de andere kinderen trouw in het kerkelijke spoor gingen, haakte één zoon af, in het gezin van dhr. H. Van den Berg. Als tiener trok hij reeds de conclusie dat het geloof voor hem geen rol zou spelen in het leven. Van den Berg: „Ik heb mij geregeld afgevraagd wat nu erger is. Of je zoon diep antigodsdienstig is en zich daarom afzet tegen de kerk, of dat het geloof hem gewoon onverschillig laat. Bij onze zoon is het laatste het geval. Hij zette zich niet af, toonde geen heftige tegenstand, maar vond het allemaal prima. Alleen niet voor hem.”


Verloren zoon

Zowel in zijn persoonlijke ervaring, als in de begeleiding die hij gaf als maatschappelijk werker en ouderling, merkte Van den Berg dat bij ouders een sterke schuldvraag leeft rondom kerkverlating. „Wat heb ik nu verkeerd gedaan? Hadden we bepaalde dingen meer moeten doen, of anders? Tegenwoordig staat de krant bol van adviezen rondom huisgodsdienst. Dat zijn belangrijke zaken. Ik heb bij doopgesprekken geregeld met ouders stilgestaan bij Deuteronomium 6. We dienen onze kinderen zaken in te scherpen. Denk na over de middelen die je daarbij gebruikt en geef huisgodsdienst gestalte binnen het gezin. Tegelijkertijd is de praktijk vaak weerbarstig, dat hebben wij zelf ook ervaren.”

Hoewel de breuk van zijn zoon met de kerk reeds tientallen jaren geleden plaatsvond, blijft dit een pijnlijke plek. Maar tegelijkertijd is het geen openliggende wond, voor Van den Berg. „Het heeft veel strijd gegeven. Daarbij vroeg ik me geregeld af wat het meest zeer deed. Ben je teleurgesteld in je verwachtingspatroon? Ben je bang dat je wordt aangesproken in je ambt, je dient immers je huis ‘wel te regeren’? Het zijn ambivalente gevoelens van persoonlijke worsteling en de vraag: ‘Wat heb ik niet goed gedaan?'”

Door Gods genade mocht Van den Berg met de omstandigheden om leren gaan. „Eerst wilde ik het zelf oplossen. Daardoor ging krampachtig met de situatie om. Door kracht en wijsheid van boven, mocht ik daardoorheen komen. Tijdens die periode van worsteling werd in onze gemeente een preek gelezen over de gelijkenis van de verloren zoon. Die vader ging niet achter zijn zoon aan, toen hij vertrok. Hij ging ook niet op pad, om hem op te sporen. Nee, hij keek naar hem uit, of hij misschien toch terugkwam. Die vader gaf het over. Zo heb ik het over mogen geven aan de Heere. Dat wil niet zeggen dat ik nooit meer last van heb, maar het heeft wel een plaats.”

Huisregels
Wanneer kinderen de kerk de rug toekeren, blijft het onderhouden van de relatie belangrijk. Van den Berg: „In de hulpverlening werd ik vaak geconfronteerd met ouders bij wie kinderen een eigen weg gingen. Ik adviseerde hen om de deur altijd open te houden. Zorg voor een warm welkom. Tegelijkertijd mag je wel van je kind vragen dat het de huisregels hanteert. Zeker wanneer er nog andere kinderen opgroeien in het gezin. Bij gesprekken met ouders vroeg ik altijd naar de andere kinderen. Door alle zorgen rondom het afhakende kind, dreigen zij soms aandacht tekort te komen.”

De relatie met zijn zoon is goed gebleven, ervaart Van den Berg. „Hij heeft het standpunt van ons als ouders altijd gerespecteerd. Toen mijn vrouw ziek was, de laatste maanden voor haar overlijden, kwamen ze geregeld op zondag langs. Mijn schoondochter zij na het overlijden van mijn vrouw: ‘Pa, als u het fijn vindt dat we op zondag komen, dan blijven we dat doen, maar anders niet.’ Daarop antwoordde ik dat het nu niet meer nodig was. Het ziekbed en het overlijden van mijn vrouw heeft indruk op hen gemaakt. Ze mocht rustig heengaan. Dat was een getuigenis.” Ook in de levenspraktijk respecteren zijn kinderen hun vader. „Kortgeleden gebruikte ik bij hen de maaltijd. Mijn schoondochter las toen een Psalm en vroeg mij het gebed te doen. Ze respecteren mijn overtuigingen.”

Dit is een selectie van een artikel uit de GezinsGids van 16 juli.