Menno de Bruyne is voorlichter bij de SGP Tweede Kamerfractie. Op deze plek geeft hij een kijkje achter de schermen van het hof en het Binnenhof
Allerhande eenden en meeuwen, meerkoeten en de laatste tijd ook steeds vaker exotische nijlganzen; het zijn allemaal vogels die bijna dagelijks rimpels veroorzaken in de Haagse Hofvijver voor het torentje van Mark Rutte. Merkwaardig genoeg strijkt één vogel bijkans nooit neer naast het Binnenhof. Dat is de zwaan.
Op oude schilderijen van de Hofstad zie je de zwaan nog wel eens elegant in de Hofvijver glijden. Tegenwoordig is de vogel die symbool staat voor de dichtkunst een zeldzaamheid. Feit is dat er niet veel politici zijn bij wie dichterlijk bloed door de ad’ren vloeit. Nu is de politiek natuurlijk ook een weinig poëtische bezigheid, wat nu weer niet wil zeggen dat politici en dichters op gespannen voet met elkaar staan. Zo is het alweer een paar jaar vaste prik dat de Kamervoorzitter en enkele minder prozaïsch aangelegde Kamerleden op de nationale gedichtendag in ’s lands vergaderzaal één of meerdere gedichten declameren.
Pauze
Minder hoogstaande gedichten gaan er in de Tweede Kamer over tafel op en rond de vijfde december: Sinterklaas. Voor zover valt na te gaan, is deze traditie geïntroduceerd door de roomse Kamervoorzitter mr. L.G. Kortenhorst (1948-1963). De dinerpauze werd door de voorzitter op 5 december 1957 als volgt rijmelend aangekondigd:
Het uur is daar voor koffiedrinken,
de bel voor lunchtijd gaat nu klinken. (…)
Ik stel u voor bij ’t repliceren
Het met beknoptheid te proberen:
Vijf minuten, langer niet –
Vrees de gard van Zwarte Piet!
De vergad’ring wordt geschorst:
Goede honger, goede dorst.
Delen
Een Kamervoorzitter die de muze der poëzie een warm hart toedroeg, was dr. D. Dolman (1979-1989). Voor zijn presidentschap was hij financieel specialist van de PvdA-fractie. In die laatste hoedanigheid sprak de sociaal-democraat bij de behandeling van de begroting van Financiën ooit de treffende woorden:
Optellen, aftrekken, vermenigvuldigen,
Dat doen de meesten niet slecht.
Maar van het delen
Brengen zeer velen
Weinig terecht!
Hetzelfde
Dat de debatten in de Tweede Kamer vaak saai en taai zijn, is niet iets van vandaag of gisteren. Journalisten en publiek op de tribune valt dat al op sinds de Tweede Kamer bestaat, getuige een gedichtje van een op de perstribune gesitueerd journalist in 1911. Hij noteerde:
A dient B van repliek.
Wat zal hij hem nu zeggen?
Ge kunt gerust uw pen een wijl ter zijde leggen.
Hij zegt wis, stellig en bepaald
Hetzelfde… wat hij straks al heeft herhaald!
Rumoer
Dat Jan Modaal een weinig hoge pet op heeft van ‘de polletiek’ en het verkiezingscircus dat om de paar jaar plaatsvindt, bewijst onderstaand gedicht over het uitschrijven van nieuwe verkiezingen. ‘Kamerontbinding’ staat er boven.
Ge ontbindt, jaagt weg Jan, Piet, Klaas, Kees.
’t Zal weinig baten, naar ik vrees.
Gij maakt rondom rumoer, geraas,
En krijgt terug Piet, Jan, Kees en Klaas.